Positie van opleiders in gevaar bij Huisartsopleiding Nederland
Het bestuur van Huisartsopleiding Nederland heeft besloten een extern adviseur in te huren om advies uit te brengen over de structuur en bestuurlijke samenstelling van Huisartsopleiding Nederland. Wij vinden het belangrijk jullie daarvan op de hoogte te brengen, omdat het belangrijk is voor alle huisartsopleiders. Het dagelijks bestuur van Huisartsopleiding Nederland bestaat uit twee hoofden (Roger Damoiseaux uit Utrecht en ons eigen hoofd Nettie Blankenstein) en twee opleiders uit het LHOV-bestuur (Gerda van der Woude en Norbert Schilder). De samenwerking binnen het dagelijks bestuur was het afgelopen jaar moeilijk.
De verantwoordelijkheden van de bestuursleden waren niet helder en de bestuurlijke positie van opleiders stond onder druk.
De hoofden zijn op hun eigen huisartsopleiding eindverantwoordelijke voor o.a. het onderwijs, het toekennen van het certificaat aan de aios en het aanstellen van de opleiders. Hieruit maken zij op dat zij ook binnen Huisartsopleiding Nederland een grotere bestuurlijke verantwoordelijkheid hebben. Dat is natuurlijk niet zo. Huisartsopleiding Nederland is een stichting die ervoor moet zorgen dat elke huisarts in Nederland ongeveer dezelfde opleiding krijgt, zodat een huisarts in Maastricht niet iets heel anders leert dan in Groningen.
De belangrijkste functie van Huisartsopleiding Nederland is eenheid brengen in de opleiding, in het onderwijs aan aios en opleiders. Dat is net zo goed een verantwoordelijkheid van de opleiders.
Dat de bestuurlijke positie van opleiders onder druk staat is nadelig voor alle huisartsopleiders in Nederland en dus ook voor de huisartsopleiders van de VU. Want op landelijk niveau binnen Huisartsopleiding Nederland worden dingen besloten die alle opleiders raken: Het opleidingsplan voor zowel aios als voor opleiders wordt er gemaakt. Er wordt besloten hoe er getoetst moet worden. Er worden regels voorbereid ter accordering van CGS/RGS (de commissies van de KNMG die over de regels van opleidingen gaan) waar iedere huisartsopleider zich aan dient te houden. De werving en selectie van aios wordt er gedaan (en als dat niet goed gaat kan het betekenen dat je als opleider zonder aios komt te zitten). En daarnaast is Huisartsopleiding Nederland, via de KNMG, betrokken bij de toekenning van accreditatiepunten die je als opleider krijgt voor het opleider zijn. Als opleider wil je dus dat daar een mede-opleider in het bestuur zit die vanuit eigen ervaring voor de juiste inhoud en ondersteuning kan zorgen zodat opleiders hun werk kunnen doen, namelijk goede huisartsen opleiden. Je wilt dus ook dat die opleider in het bestuur zijn of haar werk goed kan doen en dat diens positie volledig erkend wordt.
De extern adviseur zal zijn advies in september uitbrengen aan het algemeen bestuur van Huisartsopleiding Nederland. Dit algemeen bestuur bestaat uit de acht hoofden van alle huisartsopleidingen, twee hoogleraren en acht opleiders van de LHOV. Wij zijn erg benieuwd hoe dat gaat uitpakken, maar we zijn er niet zeker van dat in dat advies de bestuurlijke positie van opleiders gelijk zal blijven aan die van de hoofden.
Wat wij wel weten is dat wij ons geen Huisartsopleiding Nederland kunnen voorstellen zonder opleiders in het bestuur. De HAOVU en het LHOV-bestuur zijn het daarover eens. Huisartsopleiders leiden tenslotte de toekomstige huisartsen van Nederland op. Zonder huisartsopleiders geen toekomst voor de huisartsenzorg. De opleiding, dat zijn wij, dat gaat over ons en dus ook mét ons.
In het najaar moet het algemeen bestuur over het advies van de extern adviseur beslissen. Mochten wij jullie steun nodig hebben dan hopen wij dat we op jullie kunnen rekenen.
Mirella Buurman, vz LHOV
Hans Burggraaff, vz HAOVU-bestuur
Reactie van Nettie Blankenstein:
De probleemstelling in dit stuk klopt mijns inziens wel: de bestuursstructuur van Huisartsopleiding Nederland staat ter discussie, waaronder de rol van hoofden en hao’s in het dagelijks bestuur.
De LHOV heeft twee doelstellingen: kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging van hao’s. De LHOV zit in het bestuur van Huisartsopleiding Nederland voor het kwaliteitsbeleid, niet voor de belangenbehartiging van haar leden. Dat laatste gebeurt in het LHOV-bestuur. Daarom vind ik het jammer dat dit stuk focust op de belangen van de hao, i.p.v te benadrukken dat de toekomstige huisartsenzorg gevaar loopt als we niet voldoende aios aantrekken. Missie van Huisartsopleiding Nederland is te zorgen dat ook in de toekomst voor iedereen in Nederland een goede huisarts beschikbaar is. Ik hoop en verwacht dat dit ook de kern blijft van de samenwerking tussen hoofden en opleiders in het landelijk bestuur.
De adviseur heeft als opdracht te exploreren of de bestuursstructuur van Huisartsopleiding Nederland aanpassing behoeft, nu we in 15 jaar van een losse netwerkstructuur tussen 8 huisartsopleidingen zijn doorontwikkeld naar een veel hechtere samenwerking waarin we inhoudelijk en financieel zwaardere gemeenschappelijke verplichtingen zijn aangegaan (>20 mensen in dienst, landelijk opleidings- en toetsplan met landelijke onderwijs- en toetsmaterialen, e-Portfolio, Family, etc.). We verwachten het advies in het Algemeen Bestuur van Huisartsopleiding Nederland a.s. september te kunnen bespreken.