De reis van aios naar huisarts
De opleiding aan de HOVUmc is een reis van basisarts naar specialist waar een aios vol enthousiasme en motivatie aan begint. De reis kent heldere kaders en een rijke leeromgeving. Daarbinnen kan de aios zich in vrijheid ontwikkelen. De aios wordt tijdens de reis begeleid door opleiders en docenten: samenwerking in de driehoek. Aan het eind van de reis is de aios een vakbekwame en toekomstbestendige huisarts die doorgaat zich te ontwikkelen.
Motivatie
Het huisartsenvak is in beweging, daardoor moeten huisartsen zich permanent bijscholen. De motivatie voor de blijvende ontwikkeling van de eigen professionaliteit is een kenmerk van de toekomstgerichte huisartsen die wij willen opleiden.
De belangrijkste motivatietheorie voor medisch onderwijs is de Self determination theory van Deci &Ryan1. Deze theorie stelt dat mensen uit zichzelf intrinsiek gemotiveerd zijn om zich te ontwikkelen, maar dat voor het behoud van intrinsieke motivatie aan drie psychologische basisbehoeften voldaan moet worden. Dit zijn de behoeften aan:
Meer
- Het gevoel van competentie (ik kan het leren)
- Het gevoel van autonomie (ik leer het op mijn eigen manier)
- Het gevoel van verbondenheid (ik hoor erbij)
Intrinsiek gemotiveerd, zelfsturend leren leidt tot hoger welbevinden en betere prestaties. De opleidingssituatie kan deze drie psychologische basisbehoeften echter onder druk zetten. Bijvoorbeeld wanneer de opleiding veel eist, wanneer de opleider of de docent kritiek heeft of wanneer de beoordeling tegenvalt.
Daarom stellen wij deze drie psychologische basisbehoeften regelmatig aan de orde in reflectierondes, leergesprekken en voortgangsgesprekken. We verwachten van docent, opleider en aios dat zij alert zijn op gevoelens van competentie, autonomie en verbondenheid en dit bespreekbaar maken. Hier ligt een eigen verantwoordelijkheid bij alle partijen.
De drie psychologische basisbehoeften zijn niet alleen van belang voor het leren maar ook voor het welbevinden en het voorkomen van overbelasting.
[bron 1: ten Cate, O. T. J., Kusurkar, R. A., & Williams, G. C. (2011). How self-determination theory can assist our understanding of the teaching and learning processes in medical education. AMEE guide No. 59. Medical teacher, 33(12), 961-973.]
Heldere Kaders
We zijn een competentiegerichte opleiding. Dat betekent dat wij opleiden tot aantoonbaar competente huisartsen. De inhoudelijke kaders van de huisartsopleiding worden beschreven in 7 competentiegebieden en 10 huisartsgeneeskundige thema’s.
Meer- De competentiegebieden laten zien dat de huisarts als professional veel meer is dan een medisch inhoudelijk expert. Goed kunnen samenwerken en communiceren zijn cruciaal, evenals bijvoorbeeld maatschappelijk handelen.
- De huisartsgeneeskundige thema’s beschrijven de breedte van het vak, met daarin de verschillende ziektes en zorgvragen, maar ook het managen van de praktijk. De thema’s zijn uitgewerkt in Kenmerkende beroepsactiviteiten (KBA’s)
- Wij hebben vanuit maatschappelijk belang drie aandachtsgebieden aan de 10 thema’s toegevoegd: diversiteit, seksualiteit en innovatie
De thema’s vormen de context waarin je de competenties ontwikkelt en je professionele ontwikkeling laat zien. Zo is communicatie bij spoed anders dan bij palliatieve zorg. Het onderwijs is gericht op het verwerven van de verschillende competenties in de breedte (10 thema’s) van het vak.
Het competentieprofiel van de huisarts is ook de leidraad voor de toetsing. Toetsing is het verzamelen, meten, wegen en waarderen van informatie over het leren en de stand van de competentieontwikkeling van de aios, met als doel de ontwikkeling van de aios in beeld te brengen en zo nodig het leren bij te sturen. Belangrijke vragen hierbij zijn:
- Wat wordt er van je verwacht (‘feedup’)?
- Waar sta je nu (‘feedback’)?
- Welke stappen kun je nemen om verder te komen (‘feedforward’)?
De beoordeling van de competenties vindt drie keer per jaar plaats in voortgangsgesprekken met opleider en docenten. De competentiebeoordelingslijst, de ComBeL, is daarvoor steeds de onderlegger. Daarnaast zijn er ook landelijke toetsen voor de aios.
Kijk voor ons Toetsprogramma op de Wiki.
Rijke leeromgeving
Leren in de praktijk
In de huisartsstages zijn er geregeld om-en-om spreekuren waarin de aios en de opleider elkaar beurtelings observeren en daarmee een krachtige impuls aan het leren geven. Daarnaast zijn er (dagelijks) leergesprekken. De aios leert het huisartsenvak, de opleider leert als opleider én als arts in het kader van een leven lang leren.
De terugkomdag
Meer
De aios krijgt wekelijks in een vaste groep cursorisch onderwijs tijdens de terugkomdag op het instituut. Dit onderwijs biedt ondersteuning en verdieping aan het leren in de praktijk en biedt de mogelijkheid om ervaringen uit te wisselen. Hier leren aios van elkaar en van de docenten.
Een aiosgroep heeft ruimte om eigen accenten te zetten in de invulling van de terugkomdag. Aios kunnen daar leermomenten/aandachtsgebieden aangeven die naar boven zijn gekomen in de praktijk, om vervolgens met de groep en de docenten te bepalen welke onderwerpen aandacht zullen krijgen en op welke manier. Vaste onderdelen op de terugkomdag zijn o.a. de reflectieronde, het bespreken van video-opnames van consulten en thema-onderwijs. Voor meer informatie over de terugkomdag zie instituutshandleiding op de Wiki.
Ontwikkelen in vrijheid
Vanwege de breedte en dynamiek van het vak is een leven lang leren voor iedere huisarts van belang. Daarvoor is het nodig om steeds inzage te hebben in waar je kennis opgefrist kan worden, welke vaardigheden je nog verder kunt ontwikkelen. Zo kun je blijven werken aan je professionele identiteit. Om jezelf blijvend te ontwikkelen, is zelfsturing essentieel.
MeerZelfsturing
Onder zelfsturing verstaan we dat de aios bewust bezig is met leren, door doelen te stellen en een plan van aanpak te maken om deze doelen te behalen.
Zelfsturing sluit aan bij de kennis en ervaring die aios hebben als ze starten met de opleiding. Het past ook bij de vaardigheden die we van aios verwachten als ze de opleiding afronden.
Zelfsturing doet de aios op basis van reflectie en feedback op werkervaringen, in nauwe samenwerking met opleider en docenten. De vraag is steeds wat al goed gaat en waar nog geleerd kan/moet worden. Zie ook Visie: Feedback – Wiki HOVUmc.
Identiteitsvorming als professional
Professionele identiteitsvorming is een belangrijk onderdeel van de opleiding. Dat begint bij het leren kennen van de beroepsgroep.
Welke normen, waarden en omgangsvormen zijn er binnen de beroepsgroep? Hoe is het contact met patiënten en andere zorgverleners? Welke rol vervult de huisarts in de maatschappij?2 Hoe ontwikkelt het vak van huisarts zich? Om vervolgens deze kennis te verbinden aan jezelf: wie ben ik, wat kan ik en wat voor een huisarts wil ik zijn?
Dit zijn onderwerpen die in de leergesprekken op de praktijk aan bod komen. Daarnaast is er op terugkomdagen aandacht voor in de reflectie en intervisie.
[bron 2: ter Braak, M., Biesta, G., Veen, M. (2021). Waartoe leiden wij op? Huisarts en wetenschap, nr. 7, juli 2021, p. 1-3]
Samenwerken in de driehoek
We spreken van de driehoek als het gaat om de samenwerking tussen aios, opleider en docent. Samen zorgen ze ervoor dat de aios een vakbekwame, toekomstbestendige huisarts wordt.
Om aios goed te kunnen begeleiden, wordt deze per fase (1,5 jaar) door twee vaste docenten begeleid. De opleider in de driehoek verschilt per stage.
Meer
Aios
Wij vragen van de aios in de driehoek in toenemende mate zelfsturing; de regie te nemen over het eigen leren.
Formuleren van leerdoelen
Vanaf het eerste voortgangsgesprek (na ca. 4 maanden) formuleert de aios leerdoelen en een plan van aanpak om de leerdoelen te behalen in het individueel ontwikkelingsplan (IOP). Voorbeelden zijn het leren behandelen van een complexe ziekte/aandoening, het leren omgaan met eisende patiënten etc. De aios komt tot leerdoelen in samenspraak met opleider en docenten, door gezamenlijke reflectie, feedback op consulten en feedback uit (landelijke) toetsen. Hierbij verhoudt de aios zich tot de huisartsgeneeskundige thema’s, KBA’s en de bijbehorende competenties.
Zelfsturing in toetsing
Zelfsturend leren betekent in onze visie ook zelfsturing in toetsing: de aios stelt zich toetsbaar op, gaat actief op zoek naar feedback en neemt de regie bij de periodieke voortgangsbesprekingen. Dit doet de aios door te laten zien waar hij/zij staat ten opzichte van de opleidingsdoelen die passen bij de fase van opleiding (competenties en thema’s) en bij wat dat betekent voor het individuele ontwikkelplan.
Motivatie
De aios signaleert of de opleidingscondities in termen van het gevoel van autonomie, het gevoel van competentie en het gevoel van verbondenheid gunstig zijn en bespreekt het met opleider en/of docent als het hieraan schort. Zie ook Motivatie.
Opleider
De opleider begeleidt de aios bij het leren en werken in de opleidingspraktijk. De opleider begeleidt en beoordeelt de competentie-ontwikkeling van de aios binnen de verschillende thema’s én de ontwikkeling van zelfsturing bij het leren en getoetst worden.
De opleider steunt de aios bij het zelfsturend leren door gezamenlijke reflectie op consulten en het geven van feedback. De opleider heeft daarnaast een belangrijke rol bij het opsporen en benoemen van blinde vlekken van de aios. Dit alles doet de opleider door:
-
- direct of laagdrempelig (afhankelijk van opleidingsfase) bereikbaar te zijn voor consultatie;
-
- het voeren van leergespreken met de aios;
-
- wekelijks een om-en-om spreekuur met de aios te doen.
De opleider signaleert of de opleidingscondities in termen van het gevoel van autonomie, het gevoel van competentie en het gevoel van verbondenheid geborgd zijn (voor de aios en voor zichzelf) en bespreekt het met aios en/of docent als het hier (mogelijk) aan schort. Zie ook Motivatie.
Docent
De docent begeleidt en onderwijst de aios in hun leerproces en helpt de opleiders zich te (blijven) bekwamen in hun rol als begeleider en beoordelaar. De kerntaken van de docent zijn: ‘vakinhoudelijk expert’, ‘leerbegeleider’, ‘toetser’ en ‘ondersteuner van het leren in de opleidingspraktijk’. De docent begeleidt het leerproces op basis van de opleidingseisen zoals verwoord in het Landelijk opleidingsplan en Protocol Toetsing en beoordeling.
Cursorisch onderwijs
De docent neemt leiding in het agenderen van de relevante thema’s en begeleidt de aios in het onderwijs dat zij geven en bewaakt hierbij de kwaliteit en relevantie. De docent maakt tijdens het cursorisch onderwijs optimaal gebruik van het leren van de groep, stimuleert probleemgeoriënteerd leren met praktijkvragen als uitgangspunt met een actieve rol van de aiosgroep en een beperkte maar wezenlijke rol voor experts (HAB en GW en externe expert).
Individuele begeleiding
De docenten begeleiden niet alleen de aiosgroep maar ook de individuele aios en koppels: het samenwerken in de driehoek van aios, opleider en docent. Tijdens praktijkbezoeken bespreekt de docent de opleidingscondities en is aanwezig bij de voortgangsgesprekken. Op indicatie kan de docent het koppel intensiever begeleiden.
De docent signaleert of de opleidingscondities in termen van het gevoel van autonomie, het gevoel van competentie en het gevoel van verbondenheid gunstig zijn en bespreekt het met aios en/of opleider als het hier (mogelijk) aan schort. Zie ook Motivatie.
Daarnaast begeleiden de docenten ook de opleiders van de aios tijdens zgn. paralleldagen.
Vakbekwame, toekomstbestendige huisarts
De huisarts die wij afleveren is vertrouwd met het huisartsenvak in de volle breedte en:
- is vakbekwaam en communicatief vaardig
- staat naast de patiënt
- durft een eigen koers te varen
- staat met beide benen in de maatschappij
- is gericht op de toekomst
- blijft altijd leren.