Onderbreking en Verlof

Uit Wiki HOVUmc
Versie door Petra Behm (overleg | bijdragen) op 28 mei 2024 om 07:15
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken


Regelgeving

Hoofd
Rob Dijkstra

Adjunct hoofd
Jeroen Woertman

Regelgeving

Inleiding

Er is sprake van onderbreking van de opleiding als er tijdelijk geen opleiding wordt gevolgd. Indien de opleiding in totaal meer dan tien werkdagen per opleidingsjaar wordt onderbroken, vindt compensatie plaats van het meerdere van die tien dagen en wordt het opleidingsschema gewijzigd.

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een aios de opleiding tijdelijk moet of wil onderbreken. De opleiding kan onderbroken worden op grond van wettelijke regelingen:

  • Calamiteiten- en ander kort verzuimverlof
  • Kortdurend zorgverlof
  • Zwangerschaps- en bevallingsverlof
  • Geboorteverlof (standaard en aanvullend)
  • Ouderschapsverlof (betaald en onbetaald)
  • Arbeidsongeschiktheid/ziekteverlof

In de cao SBOH zijn daarnaast deze regelingen opgenomen:

  • Onbetaald verlof
  • Buitengewoon verlof

De landelijke kaders voor de verschillende vormen van verlof worden uitgebreid beschreven in de personeelsinformatie op de website van de SBOH.
Hieronder wordt kort uiteengezet welke aanvullende lokale kaders van toepassing zijn hoe het verlof aangevraagd wordt.

Vakantieverlof dat opgebouwd en opgenomen wordt tijdens opleidingsperiodes én zwangerschapsverlof wordt niet aangemerkt als een onderbreking van de opleiding.
Vakantieverlof dat wordt opgebouwd en opgenomen gedurende ziekteperiodes valt wel onder een onderbreking.

1. Onderbreking: wettelijke regelingen

Als er sprake is van 'onvoorziene omstandigheden die een onmiddellijke onderbreking van de arbeid vergen' heb je recht op calamiteiten- en ander kort verzuimverlof.

Procedure

  • Calamiteiten- en ander kort verzuimverlof van enkele uren: breng jouw opleider hiervan op de hoogte.
  • Calamiteiten- en ander kort verzuimverlof van een dag of langer: meld dit bij de SBOH en jouw opleider en, indien het een onderwijsdag betreft, ook bij het opleidingsinstituut (docent en betreffende assistent teamleider).

Kortdurend zorgverlof kan worden opgenomen als je moet zorgen voor een ziek familielid of anderen in de sociale omgeving.

Procedure
Voor het opnemen van zorgverlof heb je toestemming van de SBOH nodig (sboh@sboh.nl, 030 - 227 27 00).

Je hebt recht op 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. Dit verlof gaat tussen de 6 en 4 weken voor de dag van de vermoedelijke bevallingsdatum in.

Procedure
Je meldt jouw zwangerschap en de verwachte aanvang van het verlof tijdig aan de SBOH. Indien de aanvang van het verlof binnen de opleidingsperiode valt, meld je dit tenminste vijf maanden voor de vermoedelijke bevallingsdatum via de betreffende assistent teamleider ook aan het opleidingsinstituut. Het opleidingsinstituut overlegt met jou een voorstel voor het vervolg van de opleiding na het zwangerschaps- en bevallingsverlof (i.e. het gewijzigde opleidingsschema).
Als je bezig bent met een supervisietraject dat je niet voorafgaand aan het verlof kunt afronden, vul dan de Supervisie - Melding onderbreking in en mail dit naar de betreffende assistent teamleider.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen standaard geboorteverlof en aanvullend geboorteverlof. Beide zijn bedoeld voor aios van wie de partner is bevallen.

Standaard geboorteverlof

Het standaard geboorteverlof is maximaal 1 x de arbeidsduur per week (bij voltijd 38 uur). Dit verlof wordt binnen 4 weken vanaf de eerste dag na de bevalling op een zelfgekozen moment opgenomen. Procedure
Je neemt hiervoor zelf contact op met de SBOH (sboh@sboh.nl). Daarnaast informeer je het opleidingsinstituut (via betreffende assistent teamleider) en de opleider.

Aanvullend geboorteverlof

Het aanvullend geboorteverlof is maximaal 5 x de arbeidsduur per week (bij voltijd 38 uur of een veelvoud daarvan met een maximum van 190 uur). Het verlof kun je binnen 6 maanden na de dag van de bevalling opnemen, maar alleen als het standaard geboorteverlof al is opgenomen. Het verlof kan gespreid of aaneengesloten worden opgenomen.
In het belang van de opleiding heeft het opleidingsinstituut enkele aanvullende kaders met betrekking tot invulling van het aanvullend geboorteverlof:

  • Bij het gespreid opnemen van aanvullend geboorteverlof:
    • Ongeacht de situatie is een minimum van 3 volwaardige praktijkdagen per week vereist om mee te kunnen tellen als opleidingstijd (conform Kaderbesluit CGS, artikel E.3.). Zie voor voorbeelden van indeling van de werkweek de pagina Werktijd.
    • Bij de klinische stage gelden dezelfde regels als bij deeltijd werken.
  • Bij het aaneengesloten opnemen van aanvullend geboorteverlof:
    • Indien het aanvullend geboorteverlof (deels) tijdens (een) externe stage(s) opgenomen wordt moet elke stage netto lang genoeg zijn.
    • Indien er tijdens de externe stages een te korte stageperiode ontstaat kan het opleidingsinstituut het voorstel doen om het aanvullend geboorteverlof uit te breiden met onbetaald verlof en/of vakantiedagen. Indien je dit niet wilt kan het aanvullend geboorteverlof mogelijk niet of niet volledig worden opgenomen tijdens een externe stage.



Procedure
Je overlegt met het opleidingsinstituut en, indien het verlof in een reeds lopende opleidingsperiode valt, de opleider hoe en wanneer het verlof wordt opgenomen. Uiterlijk 4 maanden voor de beoogde ingangsdatum van het verlof dient je een schriftelijk verzoek, voorzien van een voorstel voor een gewijzigd opleidingsschema, in via de betreffende assistent teamleider.
Zodra de geboortedatum bekend is vraag je met het betreffende SBOH-aanvraagformulier het verlof aan. Het ingevulde formulier mail je aan de betreffende assistent teamleider. Het opleidingsinstituut stuurt het ondertekende formulier naar de SBOH.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen betaald en onbetaald ouderschapsverlof.

  • Betaald ouderschapsverlof

In het eerste levensjaar van het kind kan je deels betaald ouderschapsverlof van minimaal 1 x en maximaal 9 x de arbeidsduur per week opnemen. Dit verlof wordt als veelvoud van de arbeidsduur per week opgenomen (bij voltijd minimaal 38 uur of een veelvoud daarvan; anderhalve week bijv. is niet mogelijk). Het verlof kan gespreid of aaneengesloten worden opgenomen.

  • Onbetaald ouderschapsverlof

Indien je een kind onder de acht jaar verzorgt kan je onbetaald ouderschapsverlof aanvragen. Je blijft in dienst van de SBOH, maar de verlofperiode is onbetaald. De duur van het verlof is afhankelijk van het dienstverband en maximaal 26 x de arbeidsduur per week (bij voltijd 26 x 38 = 988 uur). Al opgenomen betaald ouderschapsverlof wordt in mindering gebracht.

In het belang van de opleiding heeft het opleidingsinstituut enkele aanvullende kaders met betrekking tot invulling van het ouderschapsverlof:

  • Bij het gespreid opnemen van ouderschapsverlof:
    • Ongeacht de situatie is een minimum van 3 volwaardige praktijkdagen per week vereist om mee te kunnen tellen als opleidingstijd (conform Kaderbesluit CGS, artikel E.3.). Zie voor voorbeelden van indeling van de werkweek de pagina Werktijd.
    • Bij de klinische stage gelden dezelfde regels als bij deeltijd werken.
  • Bij het aaneengesloten opnemen van ouderschapsverlof:
    • Indien het aanvullend geboorteverlof (deels) tijdens (een) externe stage(s) opgenomen wordt moet elke stage netto lang genoeg zijn.
    • Indien er tijdens de externe stages een te korte stageperiode ontstaat kan het opleidingsinstituut het voorstel doen om het aanvullend geboorteverlof uit te breiden met onbetaald verlof en/of vakantiedagen. Indien je dit niet wilt kan het ouderschapsverlof mogelijk niet of niet volledig worden opgenomen tijdens een externe stage.



Procedure
Je overlegt met het opleidingsinstituut en, indien het verlof in een reeds lopende opleidingsperiode valt, de opleider hoe en wanneer het verlof wordt opgenomen. Uiterlijk 4 maanden voor de beoogde ingangsdatum van het verlof dient je een schriftelijk verzoek, voorzien van een voorstel voor een gewijzigd opleidingsschema, in via de betreffende assistent teamleider.
Je vraagt met het betreffende SBOH-aanvraagformulier het verlof aan. Het ingevulde formulier mail je naar de betreffende assistent teamleider. Het opleidingsinstituut stuurt het ondertekende formulier naar de SBOH.

Langdurige ziekte/arbeidsongeschiktheid kan een reden zijn van onderbreking van de opleiding. Meer informatie hierover lees je in het ziekteverzuimprotocol van de SBOH en op de Wiki-pagina Ziekte en re-integratie.


2. Onderbreking: cao-regelingen

Als je de opleiding wilt onderbreken anders dan op grond van wettelijke regelingen, kun je een onderbouwd verzoek voor onbetaald verlof indienen. Het opleidingsinstituut hanteert de volgende uitgangspunten bij de beoordeling van het verzoek:

  • De opleiding wordt niet langer dan 12 aaneengesloten maanden onderbroken.
  • De opleiding mag eenmaal onderbroken worden door middel van onbetaald verlof.
  • Onderwijs- en stageperiodes worden niet onderbroken.
  • Voortgangsproblemen kunnen aanleiding zijn om een verzoek af te wijzen.
  • Je houdt rekening met de consequenties met betrekking tot de volgende stageperiode en het hieraan gerelateerde koppelproces.



Procedure
Onbetaald verlof wordt met het betreffende SBOH-aanvraagformulier minimaal 6 maanden van tevoren bij het opleidingsinstituut aangevraagd via de betreffende assistent teamleider. Na beoordeling word je op de hoogte gesteld van de beslissing. Bij goedkeuring wordt het formulier door de assistent teamleider naar de SBOH gestuurd.

In bepaalde situaties kun je, in overleg met het opleidingsinstituut en de opleider, een verzoek tot buitengewoon verlof bespreken met de SBOH.

Procedure
Wanneer je gebruik wilt maken van het buitengewoon verlof, dan neem je hierover contact op met de SBOH (sboh@sboh.nl, 030 - 227 27 00). Je informeert zelf jouw opleider, de SBOH informeert het opleidingsinstituut.