Ziekte en re-integratie: verschil tussen versies

Als je ziek bent volg je geen terugkomdagen, doe je niet mee aan expert- of themaonderwijs en maak je geen toetsen of opdrachten. De reden van het ziekteverzuim maakt daarbij niet uit. Ook als je gaat re-integreren, start je eerst op jouw stageplek of op een – tijdelijke – re-integratieplek.
Om ongelijkheid en onduidelijkheid bij alle betrokkenen te voorkomen maken we hierin geen uitzonderingen.

We snappen dat dit in sommige gevallen star kan overkomen; we hebben daarom de belangrijkste redenen voor deze regel op een rijtje gezet:

• Wanneer je langer dan twee weken ziek of aan het re-integreren bent, telt de tijd die je aan de opleiding besteedt niet mee; jouw opleiding staat even stil. Die tijd haal je later in, ook de gemiste begeleidingstijd van de docenten. Let op: de einddatum van jouw opleiding verschuift hierdoor.
• Docenten zijn naast begeleiders ook jouw beoordelaars. Als je wel op de terugkomdag aanwezig zou zijn heeft dat ongemerkt invloed op hun perceptie en beoordeling van jou. Dat willen we ten allen tijde voorkomen.
• Aanwezigheid van een arbeidsongeschikte aios kan invloed hebben op het leerproces van de overige aios.
• Tenslotte: de huisartsopleiding is een praktijkopleiding, daarmee heeft de stageplek bij re-integratie prioriteit. De beschikbare energie en tijd gaan daarheen. Pas als dat goed gaat en je minimaal twee hele en een halve dag belastbaar bent, wordt deelname aan de terugkomdag besproken.

Wanneer wel (weer) naar de terugkomdag?
Om terugkomdagen te mogen bijwonen, moet je voldoen aan deze voorwaarden:

1. Je moet minimaal 70% van een voltijdscontract werken, ook al werk je in deeltijd. Inclusief de terugkomdag is dat (38u x 0,7 =) 26,6 uur. Bestaande uit 20,1 praktijkuren + een onderwijsdag van 6,5 uur.
2. Je moet de uren die je werkzaam bent compleet belastbaar zijn. Dit betekent dat je de uren die je werkt in de praktijk volledig inzetbaar en belastbaar bent, dus (telefonisch) spreekuur, visites, post en leergesprek (in de vorm van patiëntbespreking). Of te wel je doet alles wat je ook zou doen als je niet ziekgemeld was.
3. De uren die je in de praktijk werkt moeten zoveel mogelijk in hele werkdagen gegoten worden. Dat betekent dat de 20,1 uur die je in de praktijk werkt, verdeeld moeten worden over 2 dagen van 8 uur en 1 dag van 4,1 uur. Hiermee wordt ook een voldoende spreiding over 3 praktijkdagen gerealiseerd in het belang van de continuïteit.

Onderbouwing
Volgens het kaderbesluit van de CGS en de geformuleerde kernwaarden moet een aios minstens 3 dagen per week in de praktijk werkzaam zijn. Dit is de onderbouwing voor bovenstaande norm van minimaal 20,1 praktijkuren in 3 praktijkdagen.

Als je langer dan twee weken ziek bent* wordt de ARBOcp op de hoogte gesteld door de SBOH als je, waarna zij contact met je opneemt. Tijdens ziekte en re-integratie onderhoudt vanuit het opleidingsinstituut uitsluitend de ARBOcp contact met de je over het verloop van de ziekte en herstel/re-integratie. Tevens heb je contact met de bedrijfsarts en casemanager van de SBOH. Eventueel contact, op jouw voorwaarden, met docenten en mede-aios is sociaal van karakter.

Algemene regels
Tijdens ziekte en re-integratie ben je niet in opleiding, dus vinden er geen voortgangs- c.q. beoordelingsgesprekken plaats. Ook doe je tijdens deze periode niet mee aan de terugkomdag, toetsen LHK-, STARtclass en de tweedaagse Preventieve Zorg en maak je geen opdrachten (zie informatie in uitklapper hierboven). Bij verzuim van langer dan 6 weken tijdens een huisartsstage, of 2 weken bij een externe stage, kan besloten worden de stage te verlengen.

*Per opleidingsjaar kun je 10 werkdagen/2 weken ziek zijn zonder consequenties voor de opleidingsduur. Voorbeeld: ben je tijdens de 1e huisartsstage 7 weken ziek, dan wordt de einddatum 5 werken verschoven. Ziekmeldingen binnen een opleidingsjaar worden bij elkaar opgeteld, dus ben je een keer 2 weken ziek en nog een keer 3 weken dan geldt een verschuiving van de einddatum met 3 weken. Bij de start van een nieuw opleidingsjaar (jaar 1=1e ha-stage, jaar 2= externe stages, jaar 3 = 2e ha-stage) staat de teller weer op 0.

Van re-integratie naar opleidbaar

1. Ziektepercentage en startmoment van re-integratie worden door de bedrijfsarts bepaald.
2. De bedrijfsarts stelt de ARBOcp op de hoogte, zij neemt contact met je op.
3. Elke wijziging in het aantal ziekte-uren verwerk je in het SBOH-portal. Het instituut ontvangt hiervan een afschrift (zie Ziek- en herstelmelding).
4. Je maakt samen met de ARBOcp een plan van aanpak voor re-integratie. Daarin staan specifieke eisen t.a.v. de opleidingsplek en een inschatting van jouw belastbaarheid.
5. De ARBOcp bespreekt het plan van aanpak met de CBA.
6. De CBA neemt contact op met de re-integratieopleider (niet altijd de eigen opleider) en informeert deze over jouw belastbaarheid.
7. Je bespreekt het plan van aanpak met de re-integratieopleider en samen bekijken jullie of dit passend is op de praktijk.
8. De ARBOcp houdt de CBA op de hoogte van jouw ziekteproces en de belastbaarheid.
9. Wanneer de re-integratieopleider en jij melden dat op de praktijk een re-integratiepercentage is bereikt van 53% én je voor die uren weer volledig belastbaar bent, volgt een gesprek tussen de opleider en de CBA. Als blijkt dat je opleidbaar bent wordt je in overleg met de teamleider in een (nieuwe) aiosgroep geplaatst en doe je weer mee met de terugkomdagen. Zie voor verdere details en criteria ‘herstart van de opleiding’ hieronder.

Het vaststellen van de overgang van re-integratie naar opleidbaarheid is een beslissing van het opleidingsinstituut. Deze beslissing wordt genomen op basis van inhoudelijke beoordeling van de werkzaamheden van de aios tijdens de re-integratie.Het vaststellen van de overgang van re-integratie naar opleidbaarheid is een beslissing van het opleidingsinstituut. Deze beslissing wordt genomen op basis van inhoudelijke beoordeling van de werkzaamheden van de aios tijdens de re-integratie.
De CBA vraagt de opleider en docenten a.d.h.v. praktijkvoorbeelden te illustreren of jij in staat bent deze uit te voeren op een niveau passend bij de fase van de opleiding én of er daarnaast al voldoende leerruimte bestaat.
Bij een voldoende beoordeling zal de opleidingstijd weer ingaan. Deze beslissing wordt schriftelijk bevestigd.

Voorwaarden om werktijd mee te laten tellen als opleidingstijd
Naast bovenstaande beoordeling van niveau en leerruimte moet je minimaal 70% van een voltijds contract werken, inclusief de terugkomdag: 38u x 0,7 = 26,6 uur. TKD is 6,5 uur/17%; voor de praktijk blijft 20,1 uur /53% over.

Binnen die 53% praktijk + 17% terugkomdag geldt dat je

• in de praktijk/op de stageplek voor de aanwezige werktijd van minimaal 2 hele en een halve dag volledig belastbaar bent. Dus niet: minder patiënten, geen of minder diensten, langzamer werken.
• de hele terugkomdag aanwezig bent en voldoet/meedoet aan alle opdrachten.

en

• de opleider en docenten kunnen/durven jou weer op prestaties te beoordelen.

De CBA stelt samen met de opleider en docenten vast vanaf wanneer je weer volledig belastbaar en opleidbaar bent (eventueel met terugwerkende kracht).