CZ stage

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken


CZ stage

Onderwijscoordinator
Chris Rietmeijer
Beatrijs de Leede

Teamleider
Hendrien Duijnhouwer

Assistent teamleider
Pacale Scheerman

CZ stage

Handleiding CCZ-stage

Na de 1e huisartsstage volgt de aios enkele externe stages. De stage chronische ziekten en complexe problematiek kortweg complexe chronische zorg (CCZ) is een keuzestage die standaard wordt aangeboden. Aios kunnen, gemotiveerd en in overleg, een andere keuze maken. Deze keuze moet rond de 6e maand van de 1e huisartsstage gemaakt worden.

Deze handleiding biedt een praktische beschrijving van het praktijkleren en het instituutsonderwijs tijdens de CCZ-stage.

Doelen en globale inhoud CCZ-stage

Uit het Landelijk opleidingsplan: De stage chronische ziekten en complexe problematiek heeft tot doel de ontwikkeling van klinische competenties op het gebied van chronisch-complexe aandoeningen die in de huisartspraktijk minder geclusterd voorkomen, maar wel relevant zijn voor de huisarts. Belangrijke thema's in deze stage zijn: patiënten bijstaan in het omgaan met de gevolgen van een chronische ziekte en samenwerking tussen huisarts en intramurale instelling.

De volgende thema's uit het Landelijk Opleidingsplan krijgen extra aandacht:

  • Chronische zorg
  • Complexe ouderenzorg
  • Palliatieve zorg

Door de thema's met de bijbehorende KBA's te bestuderen en met de opleider te bespreken krijgt de aios een idee van de stand van zaken van de eigen competentieontwikkeling in de breedte en diepte. Op de Wiki zijn er voor elk thema bouwstenen te vinden, die behulpzaam zijn voor het terugkomdagonderwijs, voor het leren in de praktijk en voor zelfstudie.

Afstemming met de huisartsstages

Onderwijs op het gebied van chronische aandoeningen, geriatrische problematiek en palliatieve zorg komt op meerdere plaatsen tijdens de opleiding aan de orde. Tijdens de 1e huisartsstage ligt hierbij de focus op de diagnostiek bij nieuwe patiënten en op de zorgverlening bij bekende patiënten met veelvoorkomende chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten, diabetes, astma en COPD en de minder vaak voorkomende chronische aandoeningen van het bewegingsapparaat en het zenuwstelsel. De nadruk ligt hierbij op het medisch-inhoudelijk beleid en de vakinhoudelijke kennis om de belangrijkste chronische ziekten te kunnen diagnosticeren en behandelen.

Tijdens de CCZ-stage wordt de aios verder toegerust voor een planmatige aanpak van de complexe chronische problematiek en het multidisciplinair werken.

In de 2e huisartsstage leert de aios alle opgedane kennis en vaardigheden te integreren in de complexe chronische zorg in de huisartspraktijk. Medisch inhoudelijk handelen, communicatie, samenwerking en praktijkmanagement spelen hierin allen een grote rol.

Praktijkleren

De aios leert het vak in de praktijk. Patiëntenzorg en de vragen die daaruit ontstaan sturen voor een groot deel het leren. Daarbij zijn van belang:

  • Een voldoende en divers patiëntenaanbod. De aios ziet tijdens de CCZ-stage patiënten met meervoudige somatische en/of psychogeriatrische problematiek. Denk aan patiënten die revalideren na CVA of heupfractuur, patiënten met diverse vormen en stadia van dementie, met chronische neurologische aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson en Multiple Sclerose, patiënten met gevorderde stadia van aandoeningen van het bewegingsapparaat zoals artrose en reumatoïde artritis, evenals patiënten met een (terminale) maligniteit. De aios bekwaamt zich tijdens deze stage in het systemisch in kaart brengen van patiënten (SFMPC-methodiek).

De aios leert regie voeren in complexe zorgprocessen: samenwerking en afstemming met andere disciplines zoals verpleegkundige, fysiotherapeut, logopedist, specialist ouderengeneeskunde en medisch specialist, alsmede met de familie en naasten van de patiënt. De aios leert veel over de verschillende verwijs- en consultatiemogelijkheden.

Er is in deze stage veel aandacht voor het communiceren met familieleden van de patiënt, alsmede voor het bespreken van de grenzen van het medisch handelen en de vraag wanneer en onder welke voorwaarden de behandeling gestaakt moet worden.

Tevens kan de aios zich bekwamen in specifieke verrichtingen die meer voorkomen in de complexe ouderenzorg.

  • Een goede balans tussen zelfstandig werken en begeleiding. De aios leert vooral door zelfstandig patiëntenzorg te bieden onder direct beschikbare supervisie. Daarbij is regelmatig overleg met, en observatie door, de stageopleider cruciaal. Dit garandeert de patiëntveiligheid en maakt het opsporen van blinde vlekken bij de aios mogelijk. Deze balans wordt onder andere mogelijk gemaakt door:
    • Ad-hoc-overleg over individuele patiënten.
    • Geregelde leergesprekken.
    • Observaties m.b.v. KPB: Korte praktijkbeoordeling. Het KPB-formulier nodigt uit tot gedetailleerde feedback.
    • Voortgangsgesprekken halverwege en aan het eind van de stage.

Instituutsonderwijs

De aios komen drie tot vier keer per maand naar het instituut. De groep is gemengd; de aios volgen de CCZ- of de GGZ-stage. De CCZ- en GGZ-stage markeren de start van de tweede fase. De tweede-fasegroep blijft in principe tot het einde van de opleiding bij elkaar.

De opbouw van de terugkomdag kent een aantal vaste onderdelen:

Feedback en reflectie zijn essentieel voor het zelfsturend leren van de aios. In het onderwijs is daarom ruimte gereserveerd voor reflectierondes. Aios leggen casus en dilemma's voor aan hun groepsgenoten en docenten. Door reflectie en feedback op deze praktijkervaringen krijgt de aios meer grip op de ervaring, en handvatten voor de verdere professionele ontwikkeling. Dit kan leiden tot gerichte leeractiviteiten. De ingebrachte vragen uit de praktijk kunnen ook richting geven aan de planning van het onderwijs in de groep. Zie Leerlijn professionaliteit.

De aiosgroep kiest welke onderwerpen aandacht moeten krijgen in het groepsonderwijs. Bij de voorbereiding en uitvoering daarvan hebben aios een actieve rol. Het is de verantwoordelijkheid van de docenten om de kwaliteit van het aiosonderwijs te borgen; zij doen dit door het actief begeleiden van de aios in de voorbereiding en door het geven van feedback op vorm en inhoud van het uitgevoerde aiosonderwijs. Het is daarbij van belang dat het onderwijs aansluit op de leerwensen van de groep. Op de Wiki zijn per thema en per competentiegebied onderwijsbouwstenen te vinden die behulpzaam zijn bij het voorbereiden en vormgeven van dit onderwijs.

Omdat de groep gemengd is, is het zaak de onderwerpen zo te kiezen dat alle aios ervan kunnen leren.

Naast het aiosonderwijs is er onderwijs door de docenten. Docenten hebben hun eigen expertisegebieden. Zo geven gedragswetenschappelijk docenten onder meer trainingen in samenwerken en arts-patiëntcommunicatie. Huisartsdocenten geven onderwijs over medisch-inhoudelijke onderwerpen, bijvoorbeeld bij de introductie van een nieuw thema.

Tijdens de CCZ-stage zullen de docenten o.a. extra aandacht geven aan familiegesprekken.

Op de terugkomdag is er tijd voor individuele begeleiding van de aios door de docenten. Individuele begeleiding vindt ook plaats binnen de digitale leeromgeving Canvas waar de docenten inhoudelijk kunnen reageren op bestanden die de aios uploadt, zoals het Individueel ontwikkelingsplan (IOP). Naast de aios begeleidt de docent ook dienst opleider (tijdens de parallel- en koppeldagen) en het aios-opleiderkoppel, bijvoorbeeld door praktijkbezoeken af te leggen en voortgangsgesprekken bij te wonen. We spreken hierbij van samenwerking rond het leren van de aios in de driehoek van aios-opleider-docent.

Expertonderwijs

Expertonderwijs is onderwijs dat wordt gegeven door een expert op een bepaald vakgebied. Tijdens de CCZ-stage is er experonderwijs op veel middagen en eens per maand op een hele zogenaamde themadag. De volgende onderwerpen komen altijd aan bod:

  • Geriatrische problematiek
  • De verwarde patiënt
  • Planmatig werken
  • Palliatieve zorg
  • Geriatrische reuzen

Om het cursorisch onderwijs voor een komende periode voor te bereiden zijn er op de terugkomdag regelmatig evaluatie- en planningsmomenten nodig. Hier wordt teruggekeken naar de voorafgaande periode (wat beviel, wat werd gemist) en vooruitgekeken naar het onderwijs in de komende periode (leerwensen aios binnen het kader van de opleidingsperiode en andere wensen). Er worden afspraken gemaakt over wie wat gaat doen.

Vanaf het eerste voortgangsgesprek in de eerste huisarts-stage (5e maand) beschrijft de aios haar leerdoelen in het IOP dat een plaats krijgt in het ontwikkelingsdossier in het e-portfolio. Het IOP is een verplicht onderdeel van de opleiding. Het doel van het IOP is het ondersteunen van de zelfsturing in het leren. De aios maakt bewuste keuzes en zoekt daarover actief het gesprek met de opleider en/of de docent.

Aan het begin van de stage is er in het intakegesprek met de stageopleider én op de terugkomdag aandacht voor de leerdoelen van de aios; waaraan kan en wil de aios in de huidige stageplek vooral aandacht geven met het oog op de kaders zoals geformuleerd in de thema's en de ComBeL CCZ-stage?

Zelfstudie en Opdrachten

Opdrachten hebben als doel om, binnen het kader van de opleidingsdoelen, persoonlijke leerdoelen te kiezen en daaraan te werken, veelal uitmondend in een casus- of themapresentatie in de groep. De opdrachten zijn voor alle aios verplicht.

Een aantal opdrachten is beschreven. Aios kunnen. gemotiveerd en in overleg, van een opdracht afwijken als dat beter past bij het behalen van de betreffende leerdoelen (zelfsturing binnen kaders).

Leerdoelen en opdrachten worden vastgelegd in het IOP.

De opdrachten tijdens de CCZ-stage zijn:

  • Opdracht aiosonderwijs.
  • Opdracht KPB; de aios vraagt geregeld om observatie door de stageopleider en/of andere zorgprofessionals. Bij een aantal van deze observaties wordt het KPB-formulier gebruikt (aantal i.o.m. de stageopleider).

  Overzichten stagehandleidingen

Handleiding
1e Huisartsstage
Klinische
stage
CZ
stage
GGZ
stage
Handleiding
2e Huisartsstage