IOP - Individueel OntwikkelPlan
| Toetsprogramma |
|---|
|
Adjunct hoofd |
|
Onderwijscoordinator |
|
Onderdelen van het Toetsprogramma |
IOP
Gedurende de gehele opleiding werk je met een IOP (Individueel Ontwikkel Plan). Het IOP staat centraal in het zelfsturend leren. In dit plan, dat je op grond van ervaringen in de praktijk, zelfbeoordeling, feedback en toetsing regelmatig evalueert en bijstelt, komt te staan aan welke leerdoelen je wil werken en hoe je tot die doelen bent gekomen. Het IOP is het belangrijkste onderdeel van je ontwikkelingsdossier, waarmee je de leerontwikkeling gedurende de opleiding laat zien.
Rond het eerste voortgangsgesprek (5e maand) in de eerste fase wordt een start gemaakt met het beschrijven van leerdoelen/ het IOP. Opleider en docent hebben een belangrijk rol in het stimuleren tot reflectie/zelfbeoordeling en het geven van feedback. Een zelfsturende aios zal hier actief om vragen. Opleiders en docenten zullen geregeld op besproken leerdoelen terugkomen.
VORM
De aios is vrij in hoe zij haar leerdoelen beschrijft. Om leerdoelen te concretiseren kan het behulpzaam zijn om ze ze in het DART-N format te gieten, als een opdracht aan jezelf (Doel Activiteiten Resultaat Tijd Nabespreking/toetsing).
|
Aanleiding |
Aanleiding van de opdracht. |
|---|---|
|
Doel |
Doel van de opdracht: wat wil je leren, maar ook waarom. |
|
Activiteit |
Activiteiten die voor de opdracht uitgevoerd moeten worden. |
|
Resultaat |
Resultaat, in een fysiek "tastbare" vorm, na afloop van de opdracht, maar ook: wanneer ben je klaar? |
|
Tijd |
Tijd die de opdracht gaat kosten. |
|
Nabespreking |
Nabespreking (c.q. toetsing / feedback) van de opdracht (wie, wat, waar, hoe?). |