Categorie: KBA 8.5 - Samenwerking en regie

5. Organiseert de palliatieve en terminale zorg, stuurt andere zorgverleners aan en is aanspreekpunt voor patiënt en zijn omgeving.

Competenties

Neemt verantwoordelijkheid voor beslissingen rond het levenseinde;
Maakt gebruik van de competenties van andere hulpverleners in de palliatieve zorg en is op de hoogte van de bestaande afspraken; benut de sociale kaart;
Schakelt indien nodig tijdig een technisch thuisteam of hospice in. Raadpleegteerdere specialistische behandelaars, geestelijke gezondheidszorg en/of apotheker;
Zorgt voor heldere verslaglegging en overdracht van medische informatie aan collega’s en ketenzorgpartners, ook na overlijden van de patiënt;
Regelt de benodigde thuiszorg als sprake is van ontslag van een patiënt; aanvragen van de noodzakelijke hulpmiddelen en technische materialen;
Geeft instructies ten aanzien van bewaking/monitoring van het gevoerde beleid; voert regelmatig overleg met andere zorgverleners over beleid en gemaakte afspraken, en betrekt hierbij emoties en dilemma’s die bij hen kunnen spelen.

Pagina’s in categorie "KBA 8.5 - Samenwerking en regie"

Deze categorie bevat de volgende 2 pagina’s, van in totaal 2.