Verantwoordelijkheden opleider

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken


Regelgeving

Hoofd
Rob Dijkstra

Adjunct hoofd
Jeroen Woertman

Onderwijscoördinator

Regelgeving

De aios en de hao gaan met elkaar een werkrelatie aan. Daarin hebben beiden hun eigen verantwoordelijkheden die door het CHVG expliciet worden beschreven. Hierdoor staan de belangrijkste punten voor wat betreft de hao.

Handelen conform het instituutsreglement

De hao moet de eisen en verplichtingen, zoals vastgelegd in het instituutsreglement van de huisartsopleiding, navolgen. Deze hebben betrekking op het onderwijs en de praktijk opleiding en omvatten activiteiten als:

  • deelnemen aan het overleg met het instituut en andere activiteiten die het instituut in het kader van de opleiding organiseert;
  • deelnemen aan de didactische training die het instituut organiseert;
  • de aios in staat stellen deel te nemen aan het onderwijs op het instituut;
  • de aios toetsen en beoordelen;
  • de aios diensten laten verrichten, waarbij deze in toenemende mate zelfstandige taken op zich neemt;
  • regelmatig leergesprekken voeren.

Nevenfuncties

Het staat de opleider vrij om andere functies te bekleden. Hij mag deze nevenfuncties of -taken echter niet door de aios laten vervullen.

Geen betaling van de aios

In het verlengde van bovenstaande mag de hao zijn aios niet betalen voor werkzaamheden die de aios verricht in werktijd en/of in het kader van de opleiding (zoals het verrichten van diensten).

Afwezigheid

De hao dient voortdurend bereikbaar en beschikbaar te zijn voor de aios. Als de hao dat tijdelijk niet kan (bijvoorbeeld door vakantie, ziekte of langdurig verblijf elders) terwijl de aios wel in de praktijk werkzaam is, moet de hao zijn opleidingstaken overdragen aan een waarnemer, bij voorkeur een collega opleider die door de RGS als zodanig is erkend.

Als deze periode minder dan 3 weken duurt, zal dat geen problemen geven. Duurt het langer, dan zijn de volgende regels van belang:

  • Als de periode langer dan 3 weken bedraagt, is het hoofd verplicht dit aan de RGS te melden. Bovendien moet het hoofd dan toelichten hoe deze periode wordt ingevuld;
  • In totaal mag de periode niet langer duren dan 4 weken;
  • Deze periode van 4 weken kan (na goedkeuring van de RGS) éénmaal worden verlengd.

In alle gevallen is afwezigheid van meer dan 8 weken dus onmogelijk. In dat geval moet de aios de opleiding elders voortzetten. De opleiding is verplicht daarvoor een oplossing te zoeken.

Privacy en geheimhouding

De opleider mag geen informatie over de aios aan derden verschaffen als dat buiten het kader van de opleiding plaatsvindt en als de aios daarvoor geen toestemming heeft gegeven. Dit geldt zowel tijdens als na de stageperiode.

De hao dient ook geheimhouding te betrachten over informatie die hij tijdens paralleldagen of Meerdaagsen krijgt over zijn mede-hao’s.

Eindverantwoordelijkheid over de aios

De hao is degene die een behandelingsovereenkomst aangaat met een patiënt, ook als deze patiënt door de aios wordt behandeld. Hierdoor is en blijft de hao eindverantwoordelijk (dit geldt ook voor de diensten die de aios doet). Dat impliceert dat hij de aios uitsluitend opdrachten mag geven als hij redelijkerwijze kan aannemen dat deze daartoe de benodigde vakbekwaamheid bezit. Om dit te kunnen beoordelen:

  • observeert hij de aios regelmatig;
  • is hij voortdurend bereikbaar en ter plekke beschikbaar;
  • zorgt hij voor een vervanger als hij niet bereikbaar of ter plekke beschikbaar is.

Deze bepalingen zijn uiteraard extra relevant in situaties waarin de opleider ‘vanzelf’ al meer op de achtergrond is, zoals tijdens de zelfstandige periode en (afhankelijk van de situatie) bij diensten doen.

Klachten van patiënten tegen de aios

Als een patiënt een officiële klacht heeft over het functioneren van de aios, is de aios verplicht dit te melden aan de hao (en ook aan de docenten en het hoofd van de opleiding). De aios valt onder de Wet klachtrecht. De opleider zal echter in alle gevallen bij de behandeling worden betrokken. De aios werkt immers onder supervisie van de opleider die formeel de zorgaanbieder is (WGBO) en die ook aangesloten moet zijn bij een formele klachtencommissie in de regio.