Opleidingsplan AMA

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken


AMA

Teamleider AMA module
Rinel van Beest

Coordinator AMA module
Mark Holthuis

Assistent teamleider
Sylvia Vlak

Voorwoord

Het opleidingsplan Module Huisartsgeneeskunde AMA (Algemeen Militair Arts) beschrijft de module Huisartsgeneeskunde die de AMA’s volgen tijdens hun 2-jarige opleiding tot AMA. De module Huisartsgeneeskunde is hiervan een geïntegreerd onderdeel.

De gehele opleiding wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van het Defensie Gezondheidszorg Opleidings- en Trainingscentrum (DGOTC).

dr. A.H. Blankenstein Huisarts, Hoofd Huisartsopleiding VUmc



De huisartsopleiding is een competentiegerichte1 opleiding. De invulling van de kerncompetenties is in 2006 vastgesteld en in 2016 herzien. De module Huisartsgeneeskunde voor de AMA is naar het voorbeeld van de Huisartsopleiding competentiegericht vorm gegeven.

Gedurende 6 maanden volgt u de module Huisartsgeneeskunde bij het VUmc en doet u praktijkervaring op bij een (door de opleiding) geselecteerde erkende opleidingspraktijk. In deze periode heeft u 1 dag per week een terugkomdag met cursorisch onderwijs op de Huisartsopleiding VUmc.

Na afloop van deze periode kunt u:

  • Op wetenschappelijk verantwoorde en kritische wijze de basisprincipes van de huisartsgeneeskunde uitvoeren.
  • Individuele casus zelfstandig (medisch) beoordelen en hierover adviseren conform de medische standaarden.
  • Schriftelijk bij andere disciplines relevante expertise aanvragen.
  • Het advies/ de beoordeling zelfstandig toelichten en verantwoorden aan de patiënt, collega’s en overige betrokken hulpverleners.
  • Zorginhoudelijke informatie op verantwoorde wijze presenteren en overdragen.

De AMA moet zich gedurende de module in relatief korte tijd veel huisartsgeneeskundige stof en vaardigheden eigen maken. Dit noopt tot het maken van keuzes.

De volgende onderwerpen komen anders dan in de reguliere huisartsopleiding, niet als zelfstandige thema’s in het cursorisch onderwijs aan de orde: bedrijfsvoering en management, spoedeisende geneeskunde, infectieziekten, preventie, arbeid en gezondheid.

Tijdens het werk in de opleidingspraktijk wordt er steeds wanneer daartoe aanleiding bestaat wél aandacht aan besteed evenals in de uitvoering van de praktijkopdrachten. Huisartsgeneeskunde is contextgeneeskunde. De patiënt wordt gezien in diens maatschappelijke en sociale context. Klachten worden bezien in relatie tot het dagelijks functioneren, waarbij participatie aan werk een wezenlijk element is.

De huisartsgeneeskunde binnen Defensie

In de krijgsmacht is er geen sprake van een huisarts in de zin zoals die civiel wordt gebruikt. Dit zit al in het woord AMA besloten; de militair arts komt zelden aan huis, noch is hij de arts van het huisgezin. De militair arts doet wel huisartsenwerk.

Specifieke kenmerken van de militaire eerstelijns geneeskunde zijn:

  • De militair is verplicht gebruik te maken van de geboden zorg.
  • De geboden zorg is geïntegreerde2 zorg.
  • De zorg wordt geboden nabij de werkplek, hetgeen niet noodzakelijk nabij het woonadres is.
  • Er is regelmatig wisseling van artsen.

Defensie wordt in het kader van de Kwaliteitswet Zorginstellingen als een zorginstelling aangemerkt waarop de wet van toepassing is. Een belangrijke voorwaarde voor de kwaliteit van zorg is de aandacht voor goede opleidingen en waar mogelijk civiele registratie van de werkers in de (militaire) gezondheidszorg. De AMA die zelfstandig operationeel inzetbaar is voor de Marine, de Landmacht en de Luchtmacht heeft werkzaamheden op het gebied van operationele geneeskunde, eerstelijns gezondheidszorg, arbeid en gezondheid, community medicine en bedrijfsvoering. De AMA zal alle voorkomende medische problemen, in de kazerne en tijdens operationele inzet, volgens algemeen geaccepteerde standaarden moeten kunnen afhandelen. Omdat huisartsgeneeskundige taken een belangrijk onderdeel vormen van de taakomschrijving van de AMA is de module Huisartsgeneeskunde sinds het ontstaan van de AMA- opleiding een belangrijk onderdeel van deze opleiding. De opleiding bestaat uit modules en cursussen, die zoveel mogelijk ook afzonderlijk civiel erkend zijn, waaronder de module Huisartsgeneeskunde van 26 weken.

Afronding Stage Huisartsgeneeskunde

Na het met succes afronden van de module ontvangt de AMA het certificaat waarmee hij/zij kan aantonen aan de eisen van de module te hebben voldaan.

Vrijstelling huisartsopleiding

Wanneer in een later stadium de arts wordt toegelaten tot de reguliere huisartsopleiding, kan deze in aanmerking komen voor een verkorting van de duur van de huisartsopleiding. Indien de module Huisartsgeneeskunde is gevolgd in een door RGS of MRC erkende huisartspraktijk of opleidingsinstelling, kan deze verkorting geven van zes maanden huisartsstage in de huisartsopleiding, de module SEH een verkorting van zes maanden klinische stage.

De door de AMA aangevraagde vrijstelling zal pas toegekend worden na instemming van de opleider van de opleidingsplek waar de AMA de huisartsstage volgt, zie Vrijstellingsreglement - Individualisering opleidingsduur.

1) Een competentie is de geïntegreerde toepassing van kennis, vaardigheden, attitudes en inzichten tijdens het beroepsmatig functioneren. Competentie profiel van de AMA, PVH werkgroep september 2016.

2) Curatief, bedrijfsgeneeskundig, preventief, individueel en collectief.

Opleidingspraktijk als vertrekpunt

Het ‘werken-leren’ karakter van de opleiding is vertrekpunt voor de opleiding. In de opleidingspraktijk staan de AMA’s centraal. Gedurende de module Huisartsgeneeskunde combineren zij hun werkervaringen met een toenemend scala (verbreding) aan vaardigheden die naar verwachting steeds beter beheerst worden (verdieping). Theorie en praktijk wisselen elkaar af en zijn inhoudelijk sterk op elkaar betrokken. Kenmerkend is dan ook, dat in de module de combinatie leren/werken en de ondersteuning daarvan door gerichte aandacht voor de wetenschappelijke vorming (evidence-based medicine) én het systematisch met anderen reflecteren op opgedane ervaringen centraal staan.

Hulpverleningsproces als kern

De kern van de opleiding is dat deze plaatsvindt in de opleidingspraktijk. De AMA leert aan de hand van het contact met patiënten in een eindverantwoordelijke rol de kerncompetenties van het huisartsenvak kennen. Gedurende de module verwerft hij zo inzicht in het brede spectrum van de meest voorkomende huisartsgeneeskundige klachten en aandoeningen en bekwaamt zich in het vormgeven van het hulpverleningsproces (intake, diagnose, therapeutisch beleid) en de daarvoor vereiste specifieke communicatieve vaardigheden. Daarna vindt verbreding en verdieping plaats door het inzetten van reeds verworven competenties bij enkele meer complexe klachten en aandoeningen.

De functie van het Opleidingsplan is richting te geven aan het kwalificatieproces van AMA’s door te borgen dat binnen de module gericht aandacht wordt besteed aan de vele aspecten van het huisartsgeneeskundig handelen. Dit kan o.a. middels het uitvoeren van gerichte opdrachten in de opleidingspraktijk en in het cursorisch onderwijs.

Actieve leerhouding

Tijdens de module Huisartsgeneeskunde wordt een actieve bijdrage gevraagd van de AMA voor het inrichten en vormgeven van de opleiding. Zowel in de huisartspraktijk als in het terugkomdagonderwijs wordt een actieve houding verwacht en kan de AMA voor een groot deel zelf invulling geven aan het leerproces. Tijdens het cursorisch onderwijs zullen tijdens de evaluatie de resultaten uitgewisseld worden met groepsleden en docenten.

Bij het cursorisch onderwijs zullen voortdurend leeropdrachten gegeven worden die door middel van audio/video-opnamen ter bespreking aan de opleider en aan de groep worden gepresenteerd. Deze onderwijsvorm heeft een vaste plaats gekregen in deze module.

Student-centered

De onderwijsactiviteiten worden afgestemd op het natuurlijke leerproces en de behoefte van AMA’s. Daarbij zijn hun ervaringen in de praktijk richtinggevend. Tevens zal aansluiting gevonden moeten worden bij de persoonlijke leerstijl van de individuele AMA.

Competentiegericht

De module ondersteunt de geïntegreerde ontwikkeling van het vermogen van AMA’s om in wisselende situaties (van eenvoudig naar complex) vorm en inhoud te geven aan het huisartsgeneeskundig handelen c.q. het hulpverleningsproces. Daarmee wordt benadrukt, dat de opleiding gericht is op de ontwikkeling, verbreding en verdieping van brede, beroepsgerichte competenties.

Een opbouwende moeilijkheidsgraad

Er is in principe sprake van een ordening van eenvoudig naar complex. Bij het relatieve onderscheid tussen en de overgang van eenvoudig naar complex spelen verschillende variabelen een rol. Deze variabelen zijn bijvoorbeeld te koppelen aan de inhoud, het proces en het functioneren in de huisartspraktijk.

Actief en zelfstandig leren

Uit onderzoek van onderwijs blijkt dat kennisverwerving een persoonlijk constructieproces is. Hiermee wordt bedoeld, dat kennis en vaardigheden worden verworven door inspanning van de AMA zelf, die betekenis geeft aan de feiten die hij leert en een bouwwerk van kenniselementen in zijn hoofd construeert. Kennis moet dus actief verworven worden en het resulterende bouwwerk van kenniselementen dat daardoor ontstaat is persoonlijk en uniek. De consequentie hiervan is dat in de opleiding nadrukkelijk gekozen wordt voor de toepassing van activerende werkvormen. Actief en zelfstandig leren kan worden bevorderd door het van en met elkaar leren. Het is in relatie tot het permanent onderhouden en verwerven van kennis en vaardigheden van belang, dat AMA’s in toenemende mate leren hoe het leren van elkaar in een groep beroepsbeoefenaren zo efficiënt en effectief mogelijk kan geschieden.

In de module worden de meest basale competenties van de huisartsgeneeskunde onderwezen die van belang zijn bij het uitvoeren van de taken van een militair arts. De competenties voor de module zijn afgeleid van de competenties van de huisarts zoals gepubliceerd door het Project Vernieuwing Huisartsopleiding, 15 april 2005 en vormen de basis van het systeem voor toetsing (zie hoofdstuk 5, Toetsing).

Taakgebieden

Na afloop van de module kan de AMA aantonen over de genoemde huisartsgeneeskundige competenties te beschikken: Taakgebied: Vakinhoudelijk handelen

  • Interpreteert de klacht binnen de context De context bestaat uit fysieke, psychische, sociale, culturele en levensbeschouwelijke achtergronden van de patiënt, diens levensfase en gezondheidsgeschiedenis. De AMA betrekt deze factoren bij zijn interpretatie van de hulpvraag.
  • Past het diagnostisch, therapeutisch arsenaal van het vakgebied doelgericht en evidence-based toe De AMA past de relevante NHG-standaarden en andere huisartsgeneeskundige richtlijnen toe. De AMA onderbouwt de klinische besluitvorming op rationele wijze. De AMA kiest diagnostische en therapeutische interventies, rekening houdend met de belasting voor de patiënt en de beschikbaarheid van zorgvoorzieningen. Waar van toepassing besluit de AMA tot het afzien van behandeling (‘watchful waiting’).
  • Levert op gestructureerde wijze eerstelijnszorg De AMA beheerst een nader te specificeren deel van het huisartsgeneeskundig spectrum van probleemverheldering, anamnese, lichamelijk en aanvullend onderzoek, signalering, diagnostiek, voorlichting en advies, behandeling, preventie, begeleiding en verwijzing. De AMA selecteert doelgericht elementen uit dit spectrum en stemt de toepassing ervan af op de individuele hulpvraag.

Taakgebied: Arts-patiëntcommunicatie

  • Bouwt effectieve behandelrelaties met patiënten op De AMA creëert in Arts-Patiëntcontacten een vertrouwenwekkende sfeer en stimuleert de patiënt om te reageren op de gestelde vragen en de geboden informatie. De AMA toont betrokkenheid bij patiënt en familie en legt daarmee een basis voor een vertrouwensrelatie.
  • Past communicatietechnieken/- en middelen toe naar de stand van het vakgebied De AMA past zinsbouw en woordkeus aan bij leeftijd, geslacht, etnische en culturele achtergrond, en emotie van de patiënt. De AMA licht de opbouw van het consult helder toe.
  • Betrekt de patiënt actief bij de besluitvorming De AMA exploreert het referentiekader van de patiënt door actief te luisteren en de hulpvraag te verhelderen. Hij stimuleert de patiënt om te reageren op de gestelde vragen, de werkhypothese en de geboden informatie. Bespreekt de uitvoerbaarheid van het voorgenomen beleid.

Taakgebied: Samenwerken

  • Draagt bij aan effectieve intra- en interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg De AMA heeft inzicht in de zorgketen van individuele patiënten, onderkent de vakgebieden van zorgverleners en respecteert hun meningen en rollen en stelt zijn deskundigheid ter beschikking. De AMA participeert constructief in overlegstructuren en stelt daarbij prioriteiten op basis van daadwerkelijke behoeftes in de zorg en de grootte van de overlap in zorggebied met andere zorgverleners.
  • Past samenwerkingsvaardigheden doelgericht toe De AMA beheerst technieken voor het doelmatig ontwikkelen en onderhouden van samenwerkingsrelaties met collegae en andere zorgverleners ten behoeve van onderzoek, behandeling en beleid. Enerzijds presenteert de AMA zijn inzichten en stelt kritische vragen, anderzijds staat de AMA open voor inzichten van andere zorgverleners.
  • Verwijst doelgericht op basis van actueel inzicht in de expertise van andere zorgverleners De AMA kent de grenzen van zijn deskundigheid en vakgebied en heeft een actueel overzicht van beschikbaarheid en toegankelijkheid van andere zorgverleners. De AMA draagt informatie over patiënten zorgvuldig over en draagt waar mogelijk gedurende de module huisartsgeneeskunde de verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de zorg voor de patiënt.

Taakgebied: Organiseren

  • De AMA past organisatievaardigheden toe ten behoeve van het functioneren van de huisartsvoorziening, binnen een systeem van kwaliteitseisen. Dit komt tot uiting in de onderstaande indicatoren.
  • De AMA zorgt voor continuïteit en draagt zonodig adequaat over.
  • De AMA maakt duidelijke werkafspraken met andere medewerkers in de praktijk en stelt afspraken zonodig bij.
  • De AMA gaat adequaat met de tijd om, zodat afgesproken taken binnen een bepaalde tijdslimiet uitgevoerd worden.
  • De AMA analyseert (bijna) fouten in zijn/ haar zorg aan patiënten en zorgt voor verbetering Draagt zorg voor heldere verslaglegging van elk patiëntcontact.
  • De AMA maakt gebruik van patiëntgerelateerde gegevensbestanden en elektronische informatieoverdracht.

Taakgebied: Maatschappelijk handelen

  • Bevordert de gezondheid van individuele patiënten en groepen patiënten De AMA is alert op determinanten van ziekte. Hij herkent, waardeert en reageert op psychosociale, economische en biologische factoren die de gezondheid van patiënten beïnvloeden. De AMA verwerkt informatie over relevante gezondheidsfactoren in zijn zorg.
  • Handelt volgens de relevante wettelijke regelgeving De AMA is op de hoogte van de relevante wettelijke regelgeving, werkt in overeenstemming met de eigen juridische positie en die van patiënten en onderkent daarbij de gevolgen voor het medisch handelen.
  • Handelt kostenbewust De AMA onderkent het financiële aspect van onderzoeken, behandelingen en medicaties en kiest voor de minst dure optie bij gelijkwaardigheid van alternatieven ten aanzien van het beoogde effect. De AMA oefent invloed uit op patiënten om onnodige verwijzingen te voorkomen.

Taakgebied: Kennis en wetenschap

  • Toetst medische informatie op wetenschappelijk verantwoorde onderbouwing De AMA werkt op basis van huisartsgeneeskundig relevant wetenschappelijk onderzoek en gebruikt rationele onderbouwingen bij de klinische besluitvorming. Hiertoe beoordeelt hij de methodologische kwaliteit van de literatuur en stelt zich op de hoogte van de actuele huisartsgeneeskundige richtlijnen.
  • Handelt volgens de relevante wettelijke regelgeving De AMA is op de hoogte van de relevante wettelijke regelgeving, werkt in overeenstemming met de eigen juridische positie en die van patiënten en onderkent daarbij de gevolgen voor het medisch handelen.
  • Handelt kostenbewust De AMA onderkent het financiële aspect van onderzoeken, behandelingen en medicaties en kiest voor de minst dure optie bij gelijkwaardigheid van alternatieven ten aanzien van het beoogde effect. De AMA oefent invloed uit op patiënten om onnodige verwijzingen te voorkomen.

Taakgebied: Professionaliteit

  • Houdt persoonlijke en professionele rollen in evenwicht De AMA accepteert verantwoordelijkheden weloverwogen en stelt prioriteiten. De AMA houdt betrokkenheid en distantie in een gezonde balans.
  • Werkt systematisch en doelbewust aan verbetering van zijn beroepsmatig functioneren De AMA maakt eigen persoonlijk en professioneel handelen bespreekbaar en stelt verbeterpunten vast op basis van de verkregen feedback. Hij stelt door middel van reflectie periodiek de persoonlijke leerbehoefte vast, neemt planmatig deel aan deskundigheidsbevordering en evalueert het effect.
  • Gaat binnen het kader van de beroepsethiek bewust om met voorkomende verschillen in normen en waarden De AMA handelt conform de geldende beroepscode; hij gaat respectvol om met geconstateerde verschillen in normen en waarden mits ze niet strijdig zijn met de geldende ethische en medische gedragsregels.

In het toetssysteem staat centraal het beoordelen van het feitelijk handelen. Daarbij krijgt het handelen in contacten met patiënten de meeste aandacht. Formele beoordelingen van de vorderingen ten aanzien van de competenties van de AMA worden steeds gevolgd door vervolgafspraken over leren/verbeterpunten en staan niet op zich. Aandacht wordt besteed aan de te verwachten groei (voortgangstoetsing).

De selectieve toetsing wordt gebaseerd op de uitkomsten van meerdere meetmethoden. Educatieve toetsing wordt geplaatst in het kader van lifelong learning. De nagestreefde toetscultuur wordt getypeerd als “proud to be assessed”.

Toetsing dient drie doelen:

  1. Toetsing informeert de AMA over diens competenties en vorderingen en stuurt daardoor mede de leeragenda van de AMA.
  2. Toetsing stuurt de onderwijsagenda van de AMA en het opleidingsinstituut.
  3. Toetsing vormt de onderbouwing van de selectieve beslissingen.

Omschrijving van het te toetsen domein en de mate van dekking

De competenties bepalen op welke aspecten van het functioneren van de AMA-toetsing betrekking heeft. De ComBeL (Competentie BeoordelingsLijst) meet de vorderingen van alle competenties.

Objecten van toetsing

Het feitelijk handelen staat centraal bij de toetsing. Competenties worden manifest in het feitelijk handelen van de AMA. Reflectie op het handelen completeert het beeld dat de beoordelaars zich vormen van de vorderingen van de AMA. Wanneer er twijfel is over de competentie van de AMA worden middels nader te definiëren opdrachten aanvullende toetsen afgenomen.

Momenten van toetsing

Toetsing vindt plaats voorafgaand aan leren in het kader van ‘assessment for learning’. Het systeem omvat onderstaande toetsen en wordt gezien als onderdeel van het leren.

  • De ComBeL, de onderlegger voortgangsgesprek, wordt tweemaal uitgevoerd.
  • De Landelijke Huisartsgeneeskundige Kennistoets (LHK) wordt tweemaal afgenomen.
  • Beoordeling presentatie van meerdere consulten aan de huisartsopleider en docenten.
  • Beoordeling presentatie van een of meerdere voordrachten/referaten door docenten.
  • Beoordeling presentatie overzicht van de patiëntcontacten als onderdeel van de toetsing.
  • Beoordeling presentatie consultopnames aan de huisartsopleider en de docenten.
  • Beoordeling presentatie resultaten van (praktijk)opdrachten aan de huisartsopleider en de docenten.
Toets \ maand 1 2 3 4 5 6 7 8*
LHK 1e 2e
ComBeL 1e 2e
Advies +
Video + + + + +
Praktijkopdrachten + + + + +
Peer assessment +
Zelfbeoordeling S C C C C
Voortgangsgesprek H D H D

S=Self-assessment

C=ComBeL zelf invullen

H=Hao voortgangsgesprek

D=Docent voortgangsgesprek

Beoordelaars

  • De huisartsopleider ziet de AMA het meest en is daardoor een belangrijk beoordelaar.
  • De docenten geven hun indruk van inzet en competentie zoals af te leiden is uit het gedrag tijdens het instituutsonderwijs (cursorisch onderwijs) en uit de resultaten van de praktijkopdrachten.
  • De AMA’s beoordelen elkaar in peer-assessment sessies of observeren tijdens spreekuur. Wij achten de zelfbeoordeling van de AMA ook wezenlijk voor de beoordeling van de groei van de AMA m.b.t. de competentiegebieden.

Beslissingen

De oordelen die direct van invloed zijn op de voortgang van de AMA zijn vastgelegd in het examenreglement. De beoordelaars geven een verzameloordeel van de AMA op basis van de ComBeL en leggen dit vast in het beoordelingsformulier. De teamleider beoordeelt de resultaten en geeft het Hoofd Huisartsopleiding advies over te nemen beslissingen bij voortgang en afronding van de module Huisartsgeneeskunde.

Dossier

Het opleidingsinstituut legt een dossier aan van de beoordelingen van elke AMA waarin de structurele toetsresultaten van de betreffende AMA worden opgeslagen. Het dossier is toegankelijk voor de AMA en verder voor alle personen die direct betrokken zijn bij de module Huisartsgeneeskunde van de AMA-opleiding.

Verplichtingen AMA De AMA dient tijdens en na afloop van de module een aantal prestaties te kunnen tonen waaruit de teamleider kan afleiden dat de competenties zijn behaald, dit zijn:

  • De Landelijke Huisartsgeneeskundige Kennistoets (LHK).
  • De beoordelingen van de opdrachten.
  • De beoordelingen videotoetsing consultvoering.
  • De resultaten van de voortgangsrapportage door opleider, AMA en begeleiders.
  • Eindbeoordeling huisartsstage.

Landelijke Huisartsgeneeskundige Kennistoets (LHK)

In april en oktober wordt de landelijk ontwikkelde LHK onder examencondities afgenomen. De eerste toets wordt afgenomen tijdens de module Huisartsgeneeskunde, later in het jaar – na afloop van de module – wordt de tweede toets afgenomen. De uitslag van de tweede toets maakt deel uit van de beoordeling van de AMA module Huisartsgeneeskunde. Na het ontvangen van de uitslag van de tweede toets stelt de teamleider een advies op.

Opdrachten Bij de start van de module worden tijdens het cursorisch onderwijs op de Terugkomdag afspraken gemaakt over de presentaties in de groep en over welk onderwerp. De AMA voert gedurende de module meerdere opdrachten uit. De opdrachten die onderdeel uitmaken van de profielopleiding Beleid en Advies zijn geïntegreerd in de module Huisartsgeneeskunde.

Videotoetsing

De uitslag wordt opgenomen in het AMA- dossier.

Voortgangsgesprek Huisartsopleider

Tenminste twee keer vindt een formeel voortgangsgesprek plaats tussen de huisartsopleider en de AMA in het kader van educatieve toetsing aan de hand van de ComBeL. Daarbij wordt gekeken naar het functioneren van de AMA zowel in de praktijksituatie als ook tijdens de leergesprekken.

Voortgangsgesprek docent

Tenminste eenmaal (na 3 maanden) vindt een formeel voortgangsgesprek plaats met één docent in het kader van educatieve toetsing. Op basis van het IOP, observaties tijdens ondersteunend instituutsonderwijs, qua aanwezigheid, inzet en resultaten, de video beoordeling en de resultaten van de praktijkopdrachten. De aios maakt hiervan een verslag en laat dit ondertekenen door de docent.

Standaard procedure

Na het ontvangen van de uitslag van de tweede LHK vindt de definitieve beoordeling plaats en wordt de module formeel afgerond.

Bij de selectieve toetsing worden betrokken:

  • De uitslag van de LHK.
  • Het advies ten aanzien van de beoordeling door de huisartsopleider.
  • Het advies ten aanzien van de beoordeling door de docent.

Op basis van deze informatie wordt het Hoofd geadviseerd, die de volgende beslissingen kan nemen:

  • De opleiding is succesvol verlopen en de AMA ontvangt het door het Hoofd getekende certificaat.
  • De opleiding is niet succesvol verlopen en de AMA ontvangt geen certificaat.

Het Hoofd rapporteert het DGOTC, ic. de Praktijkopleider van Defensie, over de beslissingen en stuurt de certificaten toe van de AMA’s die met succes de module hebben afgerond.

Afwijkende beoordelingen tijdens de module

Tussentijdse beoordelingen die negatieve resultaten opleveren worden gemeld aan de teamleider, deze kan het Hoofd adviseren:

  • De module te staken.
  • De module onder condities voort te zetten en een definitieve beoordeling te vervroegen.
  • De module te herhalen.

Het Hoofd informeert het DGOTC op korte termijn over de beslissingen.

De module huisartsgeneeskunde duurt zes maanden en omvat drie onderdelen:

1. Oriëntatiefase

De introductie in de module huisartsgeneeskunde van de Huisartsopleiding bij het VUmc vindt plaats op het instituut en in de praktijk van de opleider. Tijdens de introductiedagen in de praktijk kan de AMA nader kennismaken met de opleider, diens praktijk, diens werkwijze en diens werkomstandigheden. Tijdens de introductie op het instituut wordt de AMA verder geïnformeerd over de gang van zaken tijdens de AMA- opleiding en maakt kennis met de collega AMA's van de groep, met de docenten met het instituutsonderwijs.

  • De AMA is aan het eind van de oriëntatieperiode in staat zelf aan het werk te gaan in de opleidingspraktijk en zijn leerproces vorm te geven.
  • De AMA doet daarna zelfstandig spreekuur en visites. De huisartsopleider is uiteraard als consulent aanwezig.
  • In leergesprekken met de huisartsopleider kan de AMA eigen lacunes in het functioneren signaleren en een plan opstellen hoe deze te verhelpen zijn.
  • Op het huisartsinstituut wordt cursorisch onderwijs aangeboden tijdens de terugkomdag.

2. Basisopleiding

In deze fase moet de basis van het vak geleerd worden. Van alle competenties moeten er zoveel voorbeelden in het opleidingsplan zitten, dat aan het eind van deze periode een oordeel uitgesproken kan worden over de AMA. De nadruk ligt op aandacht voor medisch inhoudelijke kennis, vaardigheden en attitudes. Daarbij wordt tevens onze visie op het huisartsenvak overgedragen en er wordt getracht de verworvenheden van basisartsopleiding - waar nodig - om te buigen in een huisartsgeneeskundige richting. Dit wordt nader uitgewerkt in:

  • Consultvaardigheden in de huisartspraktijk.
  • Veelvoorkomende en acute klachten en aandoeningen in de huisartspraktijk.
  • Bewustwording van de invloed van persoonlijke eigenschappen op het functioneren als AMA in de opleidingspraktijk.

3. Evaluate

Tijdens deze periode –het laatste deel van de module- wordt nadrukkelijk nagegaan of de AMA de gestelde doelen heeft bereikt. Hierin zijn m.n. de voortgangsgesprekken met de huisartsopleider en de docent richtinggevend. Naast de beoordeling van de stand van de ontwikkeling is een belangrijk doel van in deze periode om de AMA feedback te geven over de leerresultaten, waardoor een aangepast individueel leerplan opgesteld kan worden

De AMA maakt kennis met, onderzoekt en behandelt het gehele spectrum van hulpvragen, klachten en aandoeningen. In het begin ligt de nadruk op korte episoden en veel voorkomende aandoeningen. De NHG standaarden vormen hierin ons belangrijkste referentiekader.

Er is tijdens de opleiding intensief overleg met de opleider. Dit gebeurt vooral tijdens dagelijkse leergesprekken. Die kunnen proces-, taak- of persoonsgericht van aard zijn (zie hiervoor Huisarts en opleiden, een praktijkgerichte handleiding). Het nabespreken van de consulten van de AMA heeft ook een praktijkbelang!

De huisartsopleider beoordeelt de voortgang van de AMA. In de vierde maand, of eerder indien de opleider dit verantwoord vindt, voert de AMA bij voorkeur één week zelfstandig de praktijk.

De AMA leert het huisartsgeneeskundig denken en handelen in de praktijk van de opleider. Het ondersteunend onderwijs op het instituut is gericht op verdieping, op basis van de reflectie op de praktijkervaringen. Wat betreft het leren van medisch-technische en consultvaardigheden zal een taakverdeling tussen huisartsopleider en instituut moeten worden bereikt. De huisartsopleider en de AMA maken afspraken over wie voor welke taken welk deel van de verantwoordelijkheid draagt.

De zelfstandige periode is een onderwijsmethode. Het betreft een periode van 1 week waarin de AMA zelfstandig in de praktijk werkt. Dat wil zeggen: niet onder direct toezicht van de huisartsopleider. Het is de bedoeling dat de AMA hierdoor ervaringen opdoet –alsof- hij of zij de gehele praktijk zelfstandig voert. We maken nadrukkelijk onderscheid tussen de zelfstandige periode en het waarnemen van een praktijk. Het leren van de AMA staat in de zelfstandige periode centraal.

Tijdens de zelfstandige periode dient een andere huisartsopleider (dus niet de eigen huisartsopleider!) als huisartsachterwacht te functioneren voor advies en overleg. De achterwacht is verplicht bereikbaar en beschikbaar te zijn voor directe consultatie van de AMA.

Het doel van de zelfstandige periode is de AMA tijdens de opleiding te laten ervaren wat het betekent om te werken zonder de huisartsopleider direct naast zich. Dit geldt voor alles wat er in de praktijk gebeurt, zoals spoedgevallen, verwijzingen, consultatie, administratie [financiële en patiëntenadministratie], registratie, therapiebeleid, tijdsindeling, enz. Ook is het van belang dat de AMA leert lopende zaken over te nemen en na de zelfstandige periode over te dragen.

Hierna kunnen de huisartsopleider en de AMA voor de resterende opleidingstijd in de opleidingspraktijk een leerplan maken op basis van de ervaringen tijdens de zelfstandige periode. Dan moet duidelijk zijn of de AMA in staat is zelfstandig de praktijk te doen en welke onderdelen nog onvolledig kunnen worden uitgevoerd. De zelfstandige periode weegt mee in de beoordeling van de AMA.

Het is aan de huisartsopleider te beoordelen of en in hoeverre hij het doen van een zelfstandige periode door zijn AMA verantwoord acht. Variatie in duur en invulling van de zelfstandige periode van enkele dagen tot maximaal een week is daarom mogelijk. De huisartsopleider dient zijn keuze te onderbouwen.



    Tab 1: Lorem ipsum...
    Tab 2: Lorem ipsum...
    Tab 3: Lorem ipsum...
    Tab 4: Lorem ipsum...

#######

Binnen de AMA module nemen opdrachten een centrale plaats in. Op basis van de leeragenda van de AMA richt hij zijn aandacht op een speciaal thema dat gerelateerd is aan een van de medische hoofdthema’s uit de module:

  1. Acute problematiek.
  2. Veelvoorkomende problematiek.
  3. Veelvoorkomende Chronische klachten.
  4. Lichamelijk Onverklaarde Klachten.

Opdrachten vormen de brug tussen het leren in de praktijk en het instituutsonderwijs. Voor het werken aan opdrachten mag de AMA structureel 4 uur per week in de praktijk reserveren. Deze tijd moet je als AMA zelf inplannen en bewaken (in overleg met de huisartsopleider).

De module start met selfassessment-opdrachten; werkvormen die als doel hebben het begin- niveau vast te stellen. Op basis hiervan kan de AMA in zijn individuele leertraject accenten plaatsen ten aanzien van het selecteren van bepaalde patiëntengroepen. Aan de hand van de gekozen praktijkopdrachten kan de AMA activiteiten afspreken die toegesneden zijn op zijn leerwensen. De docenten en de huisartsopleider hebben hierbij een coachende rol: ze toetsen de individuele leerplannen en helpen bij het zoeken van leeractiviteiten die passen bij wat de AMA wil leren.

Bij het formuleren en uitvoeren van de opdrachten is de rol van de begeleiders van belang. De docenten leveren feedback op de keuze van het doel en wijze waarop dit bereikt moet worden. Ook letten zij op de wijze van evaluatie van de behaalde resultaten. De huisartsopleider is actief als coach ten aanzien van de uitvoering. Huisartsopleiders kunnen natuurlijk zelf ook het initiatief nemen om het leren van de AMA in een bepaalde richting te sturen.

De huisartsopleider wordt door de AMA geïnformeerd over de actuele thema’s in de module. Het is het de bedoeling dat de leergesprekken gericht plaatsvinden en over dezelfde thema’s gaan als de thema’s die op de opleiding op het programma staan en de voor de AMA relevante aanvullingen daarop.

Randvoorwaarden

Om de praktijkopdrachten te kunnen uitvoeren moet de AMA beschikken over een eigen werkplek op de praktijk. Ook een internettoegang en een e-mail adres zijn onmisbaar, onder andere om te kunnen communiceren met collega- AMA’s en docenten. Het computernetwerk moet zodanig zijn, dat er toegang is tot het HIS.

De communicatie over opleidingsactiviteiten zal voor een groot deel plaatsvinden via de elektronische leeromgeving.

Voor de zelfstudie dient de AMA te beschikken over recente huisartsgeneeskundige literatuur. Naast de NHG-standaarden en de boeken uit de literatuurlijst van de opleiding zijn hierbij van belang: het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, Huisarts en Wetenschap, het Geneesmiddelenbulletin en Medisch Contact.

#####

#####