Differentiaties: verschil tussen versies

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 53: Regel 53:
 
*voor het einde van de opleiding het vereiste competentieniveau kunt halen binnen de resterende opleidingstijd minus drie maanden (= maximale studiebelasting voor de differentiatie).
 
*voor het einde van de opleiding het vereiste competentieniveau kunt halen binnen de resterende opleidingstijd minus drie maanden (= maximale studiebelasting voor de differentiatie).
  
De landelijke voorwaarden lees je [https://www.huisartsopleiding.nl/wp-content/uploads/Differentiatiemodule-regels-voorwaarden.pdf hier]. <br />
+
De landelijke voorwaarden lees je [https://www.huisartsopleiding.nl/wp-content/uploads/20230501-De-Landelijke-Differentiatie-Uitleg-en-Kaders_website.pdf hier]. <br />
 
Bekijk onze informatievideo:
 
Bekijk onze informatievideo:
 
{{#evt:
 
{{#evt:

Versie van 26 sep 2023 om 15:02


2e Huisartsstage

Onderwijscoördinator differentiaties
Dorien Stilma

Teamleider 2e Fase
Hendrien Duijnhouwer

Differentiatiecoördinator

Frederike van Houwelingen

Assistent teamleider
Kirsten Hendriks en Büsra Zafer - Erdem

2e Huisartsstage

Wat is een differentiatie?

Een differentiatie is een aanvullend, verdiepend onderwijsaanbod. De gemiddelde tijdsinvestering is 23 dagen, verdeeld over 6, 9 of 12 maanden.

Landelijke differentiaties

Er zijn 11 landelijk georganiseerde differentiaties, waarvan er 10 zijn gebaseerd op de kaderopleidingen. Het overzicht staat hier.

De landelijke differentiaties zijn geïntegreerde differentiaties en bestaan uit:

  • 6-10 onderwijsdagen op het instituut dat de differentiatie verzorgt.
  • Praktijkopdrachten die je uitvoert op de stageplek; je bent dan bijvoorbeeld meer dan gemiddeld bezig met patiënten die centraal staan bij de gekozen differentiatie.
  • De vereiste voorbereidingen/zelfstudie.

Bij elke differentiatie zal je er ook eigen tijd in moeten stoppen.

Lokale differentiatie

Naast de landelijke differentiaties kun je lokaal de differentiatie Wetenschappelijke Vorming volgen. Dit is een individuele, niet-geïntegreerde differentiatie. Je pauzeert de opleiding om je te richten op de differentiatie: het doen van wetenschappelijk onderzoek. Er zijn geen onderwijsdagen, wel individuele begeleiding. De invulling van de differentiatie wordt mede bepaald door jouw individuele opleidingsplan en of je kunt aansluiten bij een lopend onderzoeksproject.

Wie kan een differentiatie volgen?

Je kunt een differentiatie volgen als je:

  • voldoende leerruimte hebt op basis van resultaten en persoonlijke belastbaarheid, en de differentiatie past bij jouw IOP. Aan het einde van de 1e huisartsstage geven opleider en groepsdocenten hierover een advies.
  • een aanstelling hebt van minimaal 32 uur per week (84,21%) en ten tijde van de differentiatie minimaal 2,5 dagen werkzaam bent op de praktijk. Overigens is het mogelijk om het deeltijdpercentage gedurende de differentiatie te verhogen.
  • voor het einde van de opleiding het vereiste competentieniveau kunt halen binnen de resterende opleidingstijd minus drie maanden (= maximale studiebelasting voor de differentiatie).

De landelijke voorwaarden lees je hier.
Bekijk onze informatievideo:


In onderstaand schema staan de momenten van het proces voorlichting en inschrijving. De belangrijkste zijn:

  • Advies opleider en groepsdocenten
  • Plan van aios bij aanmelding
  • Aanmelding 6 maanden voor start 2e huisartsstage
  • Afstemming aios en opleider over differentiatie

 
Proces vrl en inschr diff.png
Bekijk de PowerPointpresentatie Voorlichting Differentiaties.

Inschrijfformulier

Inschrijfformulier voor een differentiatie

De onderwijsdagen van de differentiatie kunnen op andere dagen van de week vallen dan de donderdag bij ons. In die week volg je dan zowel het differentiatieonderwijs als de terugkomdag. Je mist dan een extra dag op de praktijk. Het is de bedoeling dat je deze gemiste praktijkdag inhaalt door de terugkomdag over te slaan tijdens de zgn. 'differentiatieweken'. Deze weken staan in je rooster.
Als het differentiatieonderwijs op dezelfde dag valt als de terugkomdagen, gaat het differentiatieonderwijs voor. Dit geldt niet voor de zelfstandige periode in de huisartspraktijk; de zelfstandige periode heeft voorrang op het differentiatieonderwijs.

Let wel: in alle gevallen moet je 2,5 dag per week beschikbaar blijven voor de praktijk. Dat kan bijten met bovenstaande als je in deeltijd werkt. In dat geval gaat de 2,5 dag in de praktijk voor, evenals het differentiatieonderwijs. Je kunt dan de terugkomdag overslaan of een halve terugkomdag volgende in de week dat je ook differentiatieonderwijs hebt. Stem me je opleider en docent af welk onderdeel van de geplande terugkomdag dan het handigst is om te volgen, passend bij jouw IOP.
Het is ook mogelijk om gedurende de differentiatie jouw deeltijdfactor te verhogen.

Het merendeel van de differentiaties heeft een looptijd van 6 maanden. Ervaring leert dat de tijdsinvestering voor een differentiatie 23 dagen is. Een aios kan maximaal een kwart van de praktijktijd besteden aan de differentiatie. In alle gevallen moet de aios tweeënhalve dag per week beschikbaar blijven voor patiëntenzorg.

Over het algemeen is het praktijkgedeelte van de differentiatie goed in te passen in de patiëntenzorg. In sommige gevallen is dat lastiger. Het is dan ook belangrijk dat:

  • de aios aangeeft wat de differentiatie qua investering gaat vragen
  • aios en opleider de plannen en doelen van de aios en de mogelijkheden in de opleidingspraktijk t.a.v. de differentiatie bespreken

Kijk ook wat de meerwaarde ervan kan zijn voor de praktijk. Bepaal samen hoe de differentiatie het beste tot z’n recht kan komen, zowel voor de praktijk als voor de ontwikkeling van de aios.

  • 1e huisartsstage: aios na 10 maanden advies geven over het volgen van een differentiatie. Aios weten op dat moment vaak nog niet of ze een differentiatie willen volgen. Leidend bij dit advies zijn de criteria, zie Wie kan een differentiatie volgen.
  • 2e huisartsstage: de differentiatie heeft invloed op de patiëntenzorg en de begeleiding van de aios. Kijk samen hoe de differentiatie het beste tot z’n recht kan komen in de praktijk en hoe de aios de leerdoelen kan behalen. Het plan dat aios heeft met de differentiatie is onderdeel van het IOP. Het kan interessant en relevant zijn voor de praktijk, wellicht biedt de differentiatie aanknopingspunten voor het Ontwikkelplan.

Aan het volgen van een differentiatie is de voorwaarde gesteld dat de differentiatie uitvoerbaar is vanuit de opleidingspraktijk; bijvoorbeeld dat de praktijk een passende patiëntenpopulatie heeft.

  • 1e huisartsstage: aios na 10 maanden advies geven over het volgen van een differentiatie. Aios weten op dat moment vaak nog niet of ze een differentiatie willen volgen. Leidend bij dit advies zijn de criteria, zie Wie kan een differentiatie volgen.
  • 2e huisartsstage: de inhoudelijke begeleiding van de differentiatie ligt bij het instituut dat de differentiatie verzorgt. Als docent is het van belang om te letten op de ontwikkeling en persoonlijke belastbaarheid van de aios. Daarnaast is het mooi als de aios de opgedane kennis en vaardigheden van de differentiatie terugbrengt in de eigen groep.