- Bespreekt bij verandering van de prognose de consequenties, bijvoorbeeld: iemand met hartfalen, wel of niet reanimeren, of nog naar het ziekenhuis. Bij oncologische patiënten, wel of niet nog een palliatieve chemokuur;
- Schenkt aandacht aan de met sterven samenhangende psychische, emotionele of sociale problemen;
- Neemt voldoende tijd, biedt ondersteuning en geeft ruimte , anticipeert op de toekomst;
- Komt met patiënt en naasten, eventueel in een drie- gesprek, tot medische beslissingen, bijvoorbeeld over het staken van de behandeling of inzetten palliatieve sedatie en of euthanasie;
- Respecteert het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt met betrekking tot het naderende levenseinde, rekening houdend met autonomie, zingevingsvraagstukken en existentieel lijden.
|
- Medisch handelen
- Communicatie
- Samenwerken
- Maatschappelijk handelen
- Professionaliteit
|