Mate van ernst bij ALK vaststellen: verschil tussen versies

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken
(Link naar standaard toegevoegd en in vorige edit de infobox recht gezet :))
 
(8 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
<br />
+
{{Header - Leerlijn ALK}}
{| class="infobox leerlijn-solk"
+
 
! {{Titelbalk - Leerlijn SOLK}}
+
{| class="infobox leerlijn-alk"
 +
! {{Titelbalk - Leerlijn ALK}}
 
|-
 
|-
 
|'''Auteur'''
 
|'''Auteur'''
 
|
 
|
 
{{Auteur - Dick Walstock}}
 
{{Auteur - Dick Walstock}}
 +
{{Auteur - Annemarie Semeijn}}
 
|-
 
|-
 
|'''Stage'''
 
|'''Stage'''
Regel 26: Regel 28:
 
{{Toepassing - Leergesprek}}
 
{{Toepassing - Leergesprek}}
 
{{Toepassing - Praktijkleren}}
 
{{Toepassing - Praktijkleren}}
|-
 
|'''Trefwoord'''
 
|
 
Volgt
 
 
|}
 
|}
 
=== Relevantie ===
 
=== Relevantie ===
 +
Voor de prognose en behandeling van ALK is het onder meer belangrijk snel een goede inschatting te maken van de ernst. Naast de ernst en uitgebreidheid van de lichamelijk klachten speelt de duur een rol. In de NHG-standaard wordt ook gesproken over het belang van de mate van [https://www.nhg.org/standaarden/volledig/nhg-standaard-somatisch-onvoldoende-verklaarde-lichamelijke-klachten-solk#idp11856 functionele belemmeringen]. Maar hoe breng je die belemmeringen en de ernst ervan in kaart?
 +
 +
=== Doel ===
 +
Het doel van deze bouwsteen is je te leren hoe je de mate van ernst vaststelt bij ALK: mild, matig of ernstig. Dit doe je door te focussen op het met behulp van SCEGS in kaart brengen van de functionele belemmeringen bij een ALK-patiënt.
 +
 +
=== Gebruiksaanwijzing ===
 +
Bespreek met jouw opleider en de praktijkassistente dat je ALK-patiënten op het spreekuur krijgt. Lees je vooraf in in het SCEGS-inventarisatieschema.
 +
 +
<div class="accordion" id="accordion">
 +
<accordion parent="accordion" heading="SCEGS-inventarisatieschema" class="show">
 +
==== 1. SCEGS ====
 +
 +
'''Somatiek - De klachten'''
 +
* Wat is de aard, de ernst, het beloop en de duur van de klachten?
 +
* Lichamelijk onderzoek
 +
 +
'''Cognitief - Eigen ideeën en gedachten over de klachten'''
 +
* Waar schrijft u zelf de klachten aan toe?
 +
* Waar schrijven (naaste) anderen uw klachten aan toe?
 +
* Welke verwachtingen heeft u over het beloop van de klachten? (klachtenverergerende cognities zoals dramatiseren of catastroferen, of is er sprake van accepterende cognities)
 +
* Heeft u invloed op de klachten, heeft u een gevoel van controle?
 +
* Wat verwacht u van mij als huisarts?
 +
 +
'''Emoties - Gevoelens in relatie tot de klachten'''
 +
* Wat voor gevoelens roepen de klachten bij u op?
 +
* Maakt het u angstig, boos, ongerust, moedeloos, wanhopig, etc.?
 +
* Wat maakt dat deze gevoelens bij u opkomen?
  
Voor de prognose en behandeling van SOLK is het o.a. belangrijk snel een goede inschatting te maken over de ernst. Naast de ernst en uitgebreidheid van de lichamelijk klachten speelt de duur een rol. In de NHG-standaard wordt ook gesproken over het belang van de mate van ‘[https://www.nhg.org/standaarden/volledig/nhg-standaard-somatisch-onvoldoende-verklaarde-lichamelijke-klachten-solk#idp11856 functionele belemmeringen]’.  Maar hoe breng je die belemmeringen en de ernst ervan in kaart?
+
'''Gedrag - Acties in verband met de klachten'''
=== Doelen ===
+
* Vermijdt u activiteiten, láát u dingen? Wat is de reden hiervan? Helpt het? Bent u daar tevreden mee?
Het vaststellen van de mate van ernst bij SOLK: mild, matig of ernstig, door te focussen op het met behulp van SCEGS in kaart brengen van de ‘functionele belemmeringen’ bij een patiënt met SOLK.
+
* Heeft bepaald gedrag invloed op de klachten (leidt het tot meer of minder klachten)?
 +
* Heeft u bewegingsangst?
 +
* Gaat u zo gewoon mogelijk door met uw activiteiten? Is er een reden om de activiteiten niet aan te passen? Helpt het?
 +
* Is er sprake van werkverzuim?
 +
 
 +
'''Sociaal - Invloed op het dagelijks leven'''
 +
* Wat wilt u graag doen? Wat lukt er wel en niet?
 +
* Ligt de nadruk op fysieke beperkingen of psychologische problemen?
 +
* Hoe belangrijk zijn de ervaren beperkingen?
 +
* Hoe reageert uw omgeving (bezorgd, beschermend, onverschillig, negatief)?
 +
* Wat zijn de gevolgen voor uw werk?
 +
* Zijn er financiële consequenties?
 +
 
 +
==== 2. Voorbeelden van in stand houdende factoren ====
 +
Voorbeelden in stand houdende (bio-psychosociale) factoren
 +
{| class="wikitable"
 +
!Biologisch-fysiologisch
 +
!Psychologisch
 +
!Sociaal
 +
|-
 +
|
 +
* Uitputting
 +
* Spierspanning
 +
* Conditieverlies
 +
* Over-/onderactiviteit
 +
* Functieverlies
 +
|
 +
* Angst, depressie
 +
* Hevige emoties
 +
* Inadequate cognities, zoals catastroferen
 +
* Inadequate coping zoals vermijding of juist 'forceren'
 +
|
 +
* Gebrek aan sociale steun
 +
* Patiëntrol, ziektewinst
 +
* Niet serieus genomen worden
 +
* Verlies van werk, status, inkomen
 +
|} 
 +
</accordion>
 +
</div>
  
 
=== Onderwijsactiviteiten ===
 
=== Onderwijsactiviteiten ===
Het zien van patiënten met SOLK op je spreekuur (stem dit met je assistente af zodat zij deze in je agenda kan plannen). Het inlezen van ‘SCEGS-voorbeeldvragen’ (Zie Wiki), om hier daadwerkelijk mee te oefenen.
+
* Houd aan het begin van (ieder) consult de eerste 2-3 minuten je mond.
 
+
* Moedig de patiënt aan spontaan zijn verhaal te vertellen door actief te luisteren, te knikken en uitingen als, ‘mmhh’, ‘ga verder’ en ‘ja’.
=== Gebruiksaanwijzing ===
+
* Registreer voor jezelf (en noteer eventueel) wat de patiënt allemaal al gezegd heeft en ga voor jezelf na: welke SCEGS-informatie heb ik nu al?
* Houd aan het begin van (ieder) consult de eerst 2-3 minuten je mond, moedig de patiënt aan spontaan zijn verhaal te vertellen door actief te luisteren, te knikken en uitingen als, mmhh, ga verder en ja.
+
* Vraag actief naar de nog ontbrekende SCEGS-terreinen en doe daarbij eens bewust in 5 consulten de SCEGS achterstevoren. Dat wil zeggen: focus vooral op de gevolgen van de klachten op het gedrag en het dagelijkse leven, de sociale gevolgen van de klachten en wat anderen over de klachten zeggen.
* Registreer voor jezelf (en noteer eventueel) wat de patiënt allemaal al gezegd heeft en ga voor jezelf na: Welke SCEGS-informatie heb ik nu al?
 
* Vraag actief naar de nog ontbrekende SCEGS-terreinen en '''''doe daarbij eens bewust in 5 consulten de SCEGS ‘achterstevoren’. Dat wil zeggen focus vooral op de gevolgen van de klachten op het gedrag en het dagelijkse leven, de sociale gevolgen van de klachten en wat anderen over de klachten zeggen.'''''
 
 
* Noteer wat het je opbrengt en wat je daarbij opvalt.
 
* Noteer wat het je opbrengt en wat je daarbij opvalt.
* Probeer daarna de mate van functionele belemmering en daarmee de mate van ernst van de SOLK klachten vast te stellen. Bespreek dit vervolgens na met je opleider.
+
* Probeer daarna de mate van functionele belemmering en daarmee de mate van ernst van de ALK-klachten vast te stellen. Bespreek dit vervolgens na met je opleider.
  
 
==== Bronnen ====
 
==== Bronnen ====
  
{{Footer - Leerlijn SOLK}}
+
{{Footer - Leerlijn ALK}}

Huidige versie van 2 mrt 2022 om 17:08


Leerlijn ALK
Auteur

Dick Walstock
Annemarie Semeijn

Stage

1e Huisartsstage
2e Huisartsstage

KBA

2. Consult Klachtenregistratie

Competenties

Medisch handelen
Communicatie
Professionaliteit

Leerplek

Leergesprek
Praktijkleren

Relevantie

Voor de prognose en behandeling van ALK is het onder meer belangrijk snel een goede inschatting te maken van de ernst. Naast de ernst en uitgebreidheid van de lichamelijk klachten speelt de duur een rol. In de NHG-standaard wordt ook gesproken over het belang van de mate van functionele belemmeringen. Maar hoe breng je die belemmeringen en de ernst ervan in kaart?

Doel

Het doel van deze bouwsteen is je te leren hoe je de mate van ernst vaststelt bij ALK: mild, matig of ernstig. Dit doe je door te focussen op het met behulp van SCEGS in kaart brengen van de functionele belemmeringen bij een ALK-patiënt.

Gebruiksaanwijzing

Bespreek met jouw opleider en de praktijkassistente dat je ALK-patiënten op het spreekuur krijgt. Lees je vooraf in in het SCEGS-inventarisatieschema.

1. SCEGS

Somatiek - De klachten

  • Wat is de aard, de ernst, het beloop en de duur van de klachten?
  • Lichamelijk onderzoek

Cognitief - Eigen ideeën en gedachten over de klachten

  • Waar schrijft u zelf de klachten aan toe?
  • Waar schrijven (naaste) anderen uw klachten aan toe?
  • Welke verwachtingen heeft u over het beloop van de klachten? (klachtenverergerende cognities zoals dramatiseren of catastroferen, of is er sprake van accepterende cognities)
  • Heeft u invloed op de klachten, heeft u een gevoel van controle?
  • Wat verwacht u van mij als huisarts?

Emoties - Gevoelens in relatie tot de klachten

  • Wat voor gevoelens roepen de klachten bij u op?
  • Maakt het u angstig, boos, ongerust, moedeloos, wanhopig, etc.?
  • Wat maakt dat deze gevoelens bij u opkomen?

Gedrag - Acties in verband met de klachten

  • Vermijdt u activiteiten, láát u dingen? Wat is de reden hiervan? Helpt het? Bent u daar tevreden mee?
  • Heeft bepaald gedrag invloed op de klachten (leidt het tot meer of minder klachten)?
  • Heeft u bewegingsangst?
  • Gaat u zo gewoon mogelijk door met uw activiteiten? Is er een reden om de activiteiten niet aan te passen? Helpt het?
  • Is er sprake van werkverzuim?

Sociaal - Invloed op het dagelijks leven

  • Wat wilt u graag doen? Wat lukt er wel en niet?
  • Ligt de nadruk op fysieke beperkingen of psychologische problemen?
  • Hoe belangrijk zijn de ervaren beperkingen?
  • Hoe reageert uw omgeving (bezorgd, beschermend, onverschillig, negatief)?
  • Wat zijn de gevolgen voor uw werk?
  • Zijn er financiële consequenties?

2. Voorbeelden van in stand houdende factoren

Voorbeelden in stand houdende (bio-psychosociale) factoren

Biologisch-fysiologisch Psychologisch Sociaal
  • Uitputting
  • Spierspanning
  • Conditieverlies
  • Over-/onderactiviteit
  • Functieverlies
  • Angst, depressie
  • Hevige emoties
  • Inadequate cognities, zoals catastroferen
  • Inadequate coping zoals vermijding of juist 'forceren'
  • Gebrek aan sociale steun
  • Patiëntrol, ziektewinst
  • Niet serieus genomen worden
  • Verlies van werk, status, inkomen
 

Onderwijsactiviteiten

  • Houd aan het begin van (ieder) consult de eerste 2-3 minuten je mond.
  • Moedig de patiënt aan spontaan zijn verhaal te vertellen door actief te luisteren, te knikken en uitingen als, ‘mmhh’, ‘ga verder’ en ‘ja’.
  • Registreer voor jezelf (en noteer eventueel) wat de patiënt allemaal al gezegd heeft en ga voor jezelf na: welke SCEGS-informatie heb ik nu al?
  • Vraag actief naar de nog ontbrekende SCEGS-terreinen en doe daarbij eens bewust in 5 consulten de SCEGS achterstevoren. Dat wil zeggen: focus vooral op de gevolgen van de klachten op het gedrag en het dagelijkse leven, de sociale gevolgen van de klachten en wat anderen over de klachten zeggen.
  • Noteer wat het je opbrengt en wat je daarbij opvalt.
  • Probeer daarna de mate van functionele belemmering en daarmee de mate van ernst van de ALK-klachten vast te stellen. Bespreek dit vervolgens na met je opleider.

Bronnen

De bouwstenen in de leerlijn ALK

De leerlijnen

Categorie: De 10 huisartsgeneeskundige thema's
Kort Spoed Chron Ouderen Kind Psych ALK Pall Preventie Praktijk
Korte episode zorg
Spoedeisende zorg
Chronische zorg
Complexe ouderenzorg
Zorg voor het kind
Psychische klachten
ALK
Palliatieve zorg
Preventie
Praktijkmanagement
Categorie: Competentiegebieden
Medisch handelen Communicatie Maatsch. handelen Wetenschap Professionaliteit
Medisch handelen
Communicatie
Maatschappelijk handelen
Wetenschap
Professionaliteit
Categorie: Overige aandachtsgebieden
Diversiteit Seksualiteit Innovatie
Diversiteit
Seksualiteit
Innovatie