Geneesmiddelen en zuurstof in spoedsituaties: verschil tussen versies

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken
k (In ontwikkeling toegevoegd)
k (aanpassing acuut respiratoir falen)
Regel 39: Regel 39:
 
'''Aandoeningen of symptomen met een spoedeisend karakter en een specifiek medicamenteus beleid of indicatie voor zuurstofbehandeling.'''
 
'''Aandoeningen of symptomen met een spoedeisend karakter en een specifiek medicamenteus beleid of indicatie voor zuurstofbehandeling.'''
  
<div class="panel-group" id="accordion1">
+
<div class="panel-group" id="accordion">
<accordion parent="accordion1" heading="Acuut respiratoir falen">
+
<accordion parent="accordion" heading="Acuut respiratoir falen">
  
'''Diagnostiek'''
+
'''Diagnostiek''' <br />
 
Wees alert op (dreigend) respiratoir falen bij een of meer van de volgende kenmerken:  
 
Wees alert op (dreigend) respiratoir falen bij een of meer van de volgende kenmerken:  
 
*Dyspneu in rust, tachypneu bij volwassenen > 25/min, bij kinderen is de grenswaarde afhankelijk van de leeftijd [tabel 1]. Bij zeer ernstige dyspneu en uitputting neemt de ademfrequentie weer af.
 
*Dyspneu in rust, tachypneu bij volwassenen > 25/min, bij kinderen is de grenswaarde afhankelijk van de leeftijd [tabel 1]. Bij zeer ernstige dyspneu en uitputting neemt de ademfrequentie weer af.
Regel 53: Regel 53:
 
'''Beleid'''
 
'''Beleid'''
 
*Zorg dat er geen open vuurbronnen zijn: doe sigaret, gaskachel of -fornuis uit.
 
*Zorg dat er geen open vuurbronnen zijn: doe sigaret, gaskachel of -fornuis uit.
*Begin bij het vermoeden van respiratoir falen met toediening van 10 tot 15 liter zuurstof (kinderen 10 liter) per minuut (indien beschikbaar) via een non-rebreathing masker. Let hierbij op voldoende vulling van de zuurstofzak tijdens de inademing (verhoog indien nodig de zuurstofflow).
+
*Begin bij het vermoeden van respiratoir falen met toediening van '''10 tot 15 liter zuurstof''' (kinderen 10 liter) per minuut (indien beschikbaar) via een '''non-rebreathing masker'''. Let hierbij op voldoende vulling van de zuurstofzak tijdens de inademing (verhoog indien nodig de zuurstofflow).
 
*Beoordeel na 5 minuten het effect van de zuurstoftoediening. Continueer de zuurstoftoediening indien de streefwaarde (zie hieronder) niet is bereikt.
 
*Beoordeel na 5 minuten het effect van de zuurstoftoediening. Continueer de zuurstoftoediening indien de streefwaarde (zie hieronder) niet is bereikt.
*Streef bij kinderen en volwassenen naar een zuurstofsaturatie tussen de 94 en 98%. Bij (volwassen) patiënten met COPD of met een risico op hypercapnie (ernstige obesitas, neuromusculaire ziekten, ernstige thoraxdeformatie) is de streefwaarde tussen de 90 en 92%.
+
*Streef bij kinderen en volwassenen naar een '''zuurstofsaturatie tussen de 94 en 98%'''. Bij (volwassen) patiënten met COPD of met een risico op hypercapnie (ernstige obesitas, neuromusculaire ziekten, ernstige thoraxdeformatie) is de streefwaarde tussen de 90 en 92%.
*Dien bij het bereiken van de streefwaarde de zuurstof toe via een neusbril en pas de zuurstofflow (tot 4 of 6 liter zuurstof/min) zo nodig aan op geleide van de zuurstofsaturatie en de (vermoedelijke) diagnose. Behandel indien mogelijk de oorzakelijke aandoening zoals astma/COPD, acuut coronair syndroom, anafylaxie of acuut hartfalen.
+
*Dien bij het '''bereiken van de streefwaarde''' de zuurstof toe via een '''neusbril''' en pas de zuurstofflow '''(tot 4 of 6 liter zuurstof/min)''' zo nodig aan op geleide van de zuurstofsaturatie en de (vermoedelijke) diagnose. Behandel indien mogelijk de oorzakelijke aandoening zoals astma/COPD, acuut coronair syndroom, anafylaxie of acuut hartfalen.
*Bel een ambulance met U1-indicatie bij het vermoeden van respiratoir falen en onvoldoende effect van de behandeling. Indien de behandeling effect heeft, is het verdere beleid afhankelijk van de onderliggende aandoening.
+
*Bel een '''ambulance met U1-indicatie''' bij het vermoeden van respiratoir falen en onvoldoende effect van de behandeling. Indien de behandeling effect heeft, is het verdere beleid afhankelijk van de onderliggende aandoening.
 
</accordion>
 
</accordion>
 
 
<accordion parent="accordion1" heading="Pseudokroep">
 
<accordion parent="accordion1" heading="Pseudokroep">
 
</accordion>
 
</accordion>

Versie van 13 nov 2019 om 14:31


IN ONTWIKKELING

Leerlijn spoedeisende zorg
Auteur

Daphne Beemsterboer

Stage

1e Huisartsstage
Klinische stage
2e Huisartsstage

KBA

1. Toestandsbeeld

Competenties

Medisch handelen

Leerplek

Zelfstudie

Relevantie

Spoedsituaties kunnen niet alleen voor de patiënt maar ook voor de arts spannend zijn. Een richtlijn voor de diagnostiek en behandeling in spoedsituaties kan dan een goede houvast bieden. 

Doel

De Farmacotherapeutische richtlijn ‘Geneesmiddelen en zuurstof in spoedeisende situaties’ geeft richtlijnen voor het medicamenteuze beleid inclusief de toediening van zuurstof bij spoedeisende symptomen of aandoeningen. De richtlijn sluit aan bij de ABCDE-methodiek.

Gebruiksaanwijzing

Deze bouwsteen is gebaseerd op de richtlijn voor diagnostiek en behandeling in spoedsituaties en kan voor zelfstudie of naslagwerk worden gebruikt.

Onderwijsactiviteiten

Deze bouwsteen kan je helpen om een houvast te geven t.a.v. diagnostiek en behandeling tijdens spoedsituaties. Je kunt de bouwsteen zelfstandig, op een zelfgekozen tijdstip en in je eigen tempo doornemen. Ook zou je deze bouwsteen kunnen raadplegen als naslagwerk. 

Aandoeningen of symptomen met een spoedeisend karakter en een specifiek medicamenteus beleid of indicatie voor zuurstofbehandeling.


Diagnostiek
Wees alert op (dreigend) respiratoir falen bij een of meer van de volgende kenmerken:

  • Dyspneu in rust, tachypneu bij volwassenen > 25/min, bij kinderen is de grenswaarde afhankelijk van de leeftijd [tabel 1]. Bij zeer ernstige dyspneu en uitputting neemt de ademfrequentie weer af.
  • Gebruik van hulpademhalingsspieren, wat gepaard kan gaan met intercostale intrekkingen en (bij kinderen) neusvleugelen.
  • Tachycardie; voor normaalwaarden zie [tabel 1].
  • Centrale cyanose (treedt pas op bij lage zuurstofsaturatie; saturatie < 80% (donkere huidskleur < 70%)), bleke of grauwe huidskleur.
  • Bewustzijnsveranderingen (sufheid, agitatie, verwardheid, coma).
  • Hypoxemie (< 94% of bij COPD ≤ 90%), gemeten door middel van transcutane meting.

Beleid

  • Zorg dat er geen open vuurbronnen zijn: doe sigaret, gaskachel of -fornuis uit.
  • Begin bij het vermoeden van respiratoir falen met toediening van 10 tot 15 liter zuurstof (kinderen 10 liter) per minuut (indien beschikbaar) via een non-rebreathing masker. Let hierbij op voldoende vulling van de zuurstofzak tijdens de inademing (verhoog indien nodig de zuurstofflow).
  • Beoordeel na 5 minuten het effect van de zuurstoftoediening. Continueer de zuurstoftoediening indien de streefwaarde (zie hieronder) niet is bereikt.
  • Streef bij kinderen en volwassenen naar een zuurstofsaturatie tussen de 94 en 98%. Bij (volwassen) patiënten met COPD of met een risico op hypercapnie (ernstige obesitas, neuromusculaire ziekten, ernstige thoraxdeformatie) is de streefwaarde tussen de 90 en 92%.
  • Dien bij het bereiken van de streefwaarde de zuurstof toe via een neusbril en pas de zuurstofflow (tot 4 of 6 liter zuurstof/min) zo nodig aan op geleide van de zuurstofsaturatie en de (vermoedelijke) diagnose. Behandel indien mogelijk de oorzakelijke aandoening zoals astma/COPD, acuut coronair syndroom, anafylaxie of acuut hartfalen.
  • Bel een ambulance met U1-indicatie bij het vermoeden van respiratoir falen en onvoldoende effect van de behandeling. Indien de behandeling effect heeft, is het verdere beleid afhankelijk van de onderliggende aandoening.

Bronnen

De bouwstenen in de leerlijn spoedeisende zorg

De leerlijnen

Categorie: De 10 huisartsgeneeskundige thema's
Kort Spoed Chron Ouderen Kind Psych ALK Pall Preventie Praktijk
Korte episode zorg
Spoedeisende zorg
Chronische zorg
Complexe ouderenzorg
Zorg voor het kind
Psychische klachten
ALK
Palliatieve zorg
Preventie
Praktijkmanagement
Categorie: Competentiegebieden
Medisch handelen Communicatie Maatsch. handelen Wetenschap Professionaliteit
Medisch handelen
Communicatie
Maatschappelijk handelen
Wetenschap
Professionaliteit
Categorie: Overige aandachtsgebieden
Diversiteit Seksualiteit Innovatie
Diversiteit
Seksualiteit
Innovatie