Geneesmiddelen en zuurstof in spoedsituaties

Uit Wiki HOVUmc
Versie door Daphne Beemsterboer (overleg | bijdragen) op 27 nov 2019 om 14:52 (ernstige agitatie toegevoegd)
Ga naar: navigatie, zoeken


IN ONTWIKKELING

Leerlijn spoedeisende zorg
Auteur

Daphne Beemsterboer

Stage

1e Huisartsstage
Klinische stage
2e Huisartsstage

KBA

1. Toestandsbeeld

Competenties

Medisch handelen

Leerplek

Zelfstudie

Relevantie

Spoedsituaties kunnen niet alleen voor de patiënt maar ook voor de arts spannend zijn. Een richtlijn voor de diagnostiek en behandeling in spoedsituaties kan dan een goede houvast bieden. 

Doel

De Farmacotherapeutische richtlijn ‘Geneesmiddelen en zuurstof in spoedeisende situaties’ geeft richtlijnen voor het medicamenteuze beleid inclusief de toediening van zuurstof bij spoedeisende symptomen of aandoeningen. De richtlijn sluit aan bij de ABCDE-methodiek.

Gebruiksaanwijzing

Deze bouwsteen is gebaseerd op de richtlijn voor diagnostiek en behandeling in spoedsituaties en kan voor zelfstudie of naslagwerk worden gebruikt.

Onderwijsactiviteiten

Deze bouwsteen kan je helpen om een houvast te geven t.a.v. diagnostiek en behandeling tijdens spoedsituaties. Je kunt de bouwsteen zelfstandig, op een zelfgekozen tijdstip en in je eigen tempo doornemen. Ook zou je deze bouwsteen kunnen raadplegen als naslagwerk. 

Aandoeningen of symptomen met een spoedeisend karakter en een specifiek medicamenteus beleid of indicatie voor zuurstofbehandeling.


Diagnostiek
Wees alert op (dreigend) respiratoir falen bij een of meer van de volgende kenmerken:

  • Dyspneu in rust, tachypneu bij volwassenen > 25/min, bij kinderen is de grenswaarde afhankelijk van de leeftijd tabel 1. Bij zeer ernstige dyspneu en uitputting neemt de ademfrequentie weer af.
  • Gebruik van hulpademhalingsspieren, wat gepaard kan gaan met intercostale intrekkingen en (bij kinderen) neusvleugelen.
  • Tachycardie; voor normaalwaarden zie tabel 1.
  • Centrale cyanose (treedt pas op bij lage zuurstofsaturatie; saturatie < 80% (donkere huidskleur < 70%)), bleke of grauwe huidskleur.
  • Bewustzijnsveranderingen (sufheid, agitatie, verwardheid, coma).
  • Hypoxemie (< 94% of bij COPD ≤ 90%), gemeten door middel van transcutane meting.

Beleid

  • Zorg dat er geen open vuurbronnen zijn: doe sigaret, gaskachel of -fornuis uit.
  • Begin bij het vermoeden van respiratoir falen met toediening van 10 tot 15 liter zuurstof (kinderen 10 liter) per minuut (indien beschikbaar) via een non-rebreathing masker. Let hierbij op voldoende vulling van de zuurstofzak tijdens de inademing (verhoog indien nodig de zuurstofflow).
  • Beoordeel na 5 minuten het effect van de zuurstoftoediening. Continueer de zuurstoftoediening indien de streefwaarde (zie hieronder) niet is bereikt.
  • Streef bij kinderen en volwassenen naar een zuurstofsaturatie tussen de 94 en 98%. Bij (volwassen) patiënten met COPD of met een risico op hypercapnie (ernstige obesitas, neuromusculaire ziekten, ernstige thoraxdeformatie) is de streefwaarde tussen de 90 en 92%.
  • Dien bij het bereiken van de streefwaarde de zuurstof toe via een neusbril en pas de zuurstofflow (tot 4 of 6 liter zuurstof/min) zo nodig aan op geleide van de zuurstofsaturatie en de (vermoedelijke) diagnose. Behandel indien mogelijk de oorzakelijke aandoening zoals astma/COPD, acuut coronair syndroom, anafylaxie of acuut hartfalen.
  • Bel een ambulance met U1-indicatie bij het vermoeden van respiratoir falen en onvoldoende effect van de behandeling. Indien de behandeling effect heeft, is het verdere beleid afhankelijk van de onderliggende aandoening.


Tabel 1 Normaalwaarden adem- en hartfrequentie

Leeftijd in jaren Ademfrequentie per minuut Hartslagfrequentie per minuut
<1 30-40 110-160
1-2 25-35 100-150
2-5 25-30 95-140
5-12 20-25 80-120
>12 15-20 60-100


Diagnostiek de ernst van pseudokroep kan worden onderverdeeld in:

  • Mild: blafhoest, geen stridor, geen significante intrekkingen in rust.
  • Matig-ernstig: frequente blafhoest, goed hoorbare stridor in rust, intrekkingen in rust, geen agitatie.
  • Ernstig: frequente blafhoest, opvallende inspiratoire en soms ook expiratoire stridor, forse intrekkingen in rust, hoeveelheid ingeademde lucht verminderd bij auscultatie, significante nood en agitatie.
  • Dreigend respiratoir falen: blafhoest (vaak niet prominent), hoorbare stridor in rust (soms moeilijk hoorbaar), intrekkingen (soms niet opvallend), lethargie of verminderd bewustzijn en een grauw uiterlijk.

Beleid

  • Bij milde pseudokroep is een afwachtend beleid verantwoord.
  • Bij matig-ernstige pseudokroep is medicamenteuze behandeling geïndiceerd (zie onder).
  • Bij ernstige pseudokroep of dreigend respiratoir falen: verwijs met spoed. Dien (indien beschikbaar) bij aanwijzingen voor (dreigend) respiratoir falen zuurstof toe (zie acuut respiratoir falen).

Medicamenteuze behandeling bij matig-ernstige pseudokroep (zie voor doseringen en toedieningsvorm tabel 2).

  • Geef eenmalig dexamethason oraal (of bij braken intramusculair). Een alternatief is toediening van budesonide per jetvernevelaar. Geef 6 tot 8 liter zuurstof/min om de (minimaal 4 ml) vloeistof in de vernevelkamer te vernevelen. De vernevelkamer kan worden aangesloten op een vernevelmasker. Toediening van budesonide per voorzetkamer wordt afgeraden, omdat er aanwijzingen zijn dat dit mogelijk minder effectief is.
  • Verwijs indien er na een half uur onvoldoende reactie is op corticosteroïden.


Tabel 2 Medicamenteuze behandeling bij matig-ernstige pseudokroep

Geneesmiddel Dosering Werkingssnelheid, -duur
dexamethason ampul 5mg/ml; 1ml i.m.: 0,15mg/kg lichaamsgewicht, bijvoorbeeld bij 10kg 0,3ml na ongeveer een half uur
dexamethason drank 1mg/ml (als dinatriumfosfaat) LNA oraal: 0,15mg/kg lichaamsgewicht, bijvoorbeeld bij 10kg 1,5ml na ongeveer een half uur
budesonide vernevelvloeistof 500microg/ml; 2ml 2mg (2 ampullen van 2ml) per jetvernevelaar na ongeveer een half uur


Diagnostiek criteria voor acute ernstige exacerbatie zijn:

  • (Een toename van de) dyspneu in rust, moeite met uitspreken van een hele zin, niet plat kunnen liggen.
  • Hoge ademfrequentie (bij zeer ernstige dyspneu neemt ademfrequentie weer af): volwassenen > 30/min, normaalwaarden kinderen, zie tabel 1.
  • Versnelde hartslag > 120/min, normaalwaarden kinderen, zie tabel 1.
  • Gebruik van hulpademhalingsspieren, let bij kinderen ook op intrekkingen intercostaal en neusvleugelen.
  • Ongelijkmatig inspiratoir ademgeruis (verminderd of afwezig ademgeruis bij zeer ernstige dyspneu).
  • Centrale cyanose (treedt pas op bij lage zuurstofsaturatie; saturatie < 80% (donkere huidskleur < 70%)).

Beleid
Dien (indien beschikbaar) bij aanwijzingen voor (dreigend) respiratoir falen zuurstof toe (zie acuut respiratoir falen).

Medicamenteuze behandeling bij volwassenen (zie voor doseringen en toedienings- vorm tabel 3).

  • Geef een kortwerkend bèta-2-sympathicomimeticum via een voorzetkamer, eventueel i.m. per injectie en wacht het effect (ter plaatse) af.
  • Herhaal de inhalaties na enkele minuten, geef bij onvoldoende verbetering (persisterende tachypneu en gebruik hulpademhalingsspieren, lage zuurstofsaturatie, verlaagd bewustzijn) aanvullend ipratropium via een voorzetkamer.
  • Indien de bronchusverwijders per vernevelaar worden toegediend kunnen salbutamol en ipratropium eventueel gelijktijdig worden toegediend.
  • Geef bij verbetering oraal prednisolon gedurende 7 tot 14 dagen en instructies voor het gebruik van bronchusverwijders gedurende de komende 24 uur (bijvoorbeeld een dubbele dosis of inhalatie via een inhalatiekamer).

Consultatie/verwijzing: verwijs een patiënt met een ernstige exacerbatie als:

  • Er binnen een half uur geen verbetering optreedt.
  • Er thuis onvoldoende zorgmogelijkheden zijn.
  • Bij eerdere exacerbaties een ziekenhuisopname noodzakelijk was.
  • Uitputting leidt tot een afname van de ademfrequentie, verminderd bewustzijn en ‘rustiger’ worden van de patiënt (spoedopname geïndiceerd).

Bij de inschatting of thuisbehandeling (van een patiënt met COPD) mogelijk is, houdt de huisarts rekening met risicofactoren voor een ernstig beloop (leeftijd ≥ 65 jaar, ademhalingsfrequentie ≥ 30/min, systolische bloeddruk < 90mmHg, desoriëntatie, nierfunctiestoornis).


Medicamenteuze behandeling bij kinderen

  • Geef een kortwerkend bèta-2-sympathicomimeticum via een voorzetkamer. Herhaal de inhalaties na 15 minuten. Wacht het effect van de medicatie ter plaatse af (binnen half uur te verwachten).
  • Geef bij verbetering een prednisolonkuur: tablet, bij zuigelingen en peuters drank.
  • Geef instructies voor het gebruik van bronchusverwijders gedurende de eerstvolgende 24 uur (bijvoorbeeld inhalatie elke 3 uur via een inhalatiekamer).

Consultatie/verwijzing. Verwijs met spoed bij:

  • Alarmsymptomen (uitputting, cyanose, bewustzijnsdaling).
  • Onvoldoende verbetering binnen een half uur (onder andere persisterende tachypneu en gebruik hulpademhalingsspieren, verlaagde zuurstofsaturatie) ondanks adequate behandeling.
  • Onvoldoende zorgmogelijkheden.
  • Ziekenhuisopname wegens astma of een zeer ernstig verlopen exacerbatie in de voorafgaande twaalf maanden.


Tabel 3 Medicamenteuze behandeling van exacerbatie astma/COPD

Geneesmiddel Dosering Werkingssnelheid, -duur
salbutamol
dosis aerosol 100microg/dosis
volw: 4-10 puffs (100 microg dosisaerosol per keer in inhalatiekamer verstuiven, 5 maal inademen)

kinderen: 4-8 puffs (100-200 microg per keer in inhalatiekamer verstuiven, 5 maal inademen)

inhalatie: binnen enkele min,
duur: 4 uur
salbutamol inhalatievloeistof
1mg/ml; 2,5ml flacon,
2mg/ml; 2,5ml flacon
vernevelen:
volw: 2,5-5mg,
kinderen: <4 jaar: 2,5mg
salbutamol injectievloeistof
0,5mg/ml; 1ml ampul
i.m.:
volw: 0,5mg per injectie
ipratropiumbromide dosis aerosol
20microg/dosis
2-4 puffs (20microg dosis aerosol per keer in inhalatiekamer) inhalatie: binnen 15-30 min,
duur: 3-8 uur
ipratropiumbromide inhalatievloeistof
250microg/ml; 2ml flacon
vernevelen: 500microg,
kinderen <4 jaar 250microg
vernevelen: na 15-30 min,
duur: 4-8 uur
prednisolon
tablet 30 mg
drank (5mg/ml)
volw: 1dd 30mg gedurende 7 tot 14 dagen
kinderen: 1-2mg/kg lichaamsgewicht (max 40/dag) gedurende 5 dagen

Oorzaken meest voorkomend zijn

  • Voedsel (noten, pinda’s, schaal- of schelpdieren).
  • Insectenbeten (wespensteek).
  • Geneesmiddelen (antibiotica, NSAID’s).


Diagnostiek besteed in de anamnese aandacht aan:

  • Het beloop van de klachten.
  • Allergie of allergische reactie in de voorgeschiedenis.
  • In bezit hebben van adrenalinepen of penning met medische gegevens.

Bij acuut beginnende klachten (binnen minuten of uren) na blootstelling aan een voor de patiënt bekend of aannemelijk allergeen is een anafylaxie waarschijnlijk bij:

  • Klachten van huid of slijmvliezen (urticaria, pruritus, flushing, zwelling van lippen, tong of uvula).
  • En 1 of meer van de volgende klachten: • Verlaagde bloeddruk: ≥ 11 jaar: systolisch ≤ 90 mmHg of > 30% verlaging van de uitgangswaarde voor die patiënt; kinderen < 10 jaar: kenmerken van hypotensie bijvoorbeeld hypotonie of syncope. • Tekenen van een bedreigde ademhaling (dyspneu, piepen, stridor, hypoxie).• Gastro-intestinale klachten (krampende buikpijn of braken).


Beleid
Dien, indien beschikbaar, 10 tot 15 liter zuurstof/min toe. Zie Acuut respiratoir falen en zuurstofbehandeling.

Medicamenteuze behandeling (Zie voor doseringen en toedieningsvorm tabel 4).

  • Geef epinefrine i.m. bij kenmerken die kunnen wijzen op een anafylactische reactie.
  • Herhaal iedere 5 tot 15 minuten dezelfde dosis bij onvoldoende effect, verergering van de klachten of hypotensie.
  • Geef bij reacties met bronchospasme of waarbij na toediening van epinefrine en hemodynamisch herstel bronchospasme persisteert enkele puffs salbutamol (zie voor doseringsadvies tabel 3).
  • Geef aanvullend clemastine.
  • Geef een corticosteroïd, bijvoorbeeld dexamethason, ter voorkoming van een late reactie.
  • Verwijs per ambulance naar het ziekenhuis, laat tot aankomst van de ambulance bij hypotensie de patiënt (met de benen omhoog) liggen en breng zo mogelijk een waaknaald in, spuit de waaknaald door met 2ml NaCl 0,9%.

Tabel 4 Medicamenteuze behandeling anafylaxie

Geneesmiddel Dosering en contra-indicaties Werkingssnelheid, -duur
epinefrine 1mg/ml; 1ml ampul i.m.
volw: 0,2 tot 0,5mg
kinderen: 0,01mg/kg lichaamsgewicht, maximaal 0,5mg of geef bij 0-6jr: 0,15mg, 6-12jr: 0,3mg, >12jr: 0,5mg, verdun 1ml met 9ml NaCl 0,9%
na 3-5 min
NaCl 0,9% 10ml ampul n.v.t. n.v.t.
clemastine 1mg/ml; 2ml ampul volw: 2mg i.m. of (langzaam) i.v.
kinderen: i.m. of i.v. > 1mnd: 25-50microg/kg lichaamsgewicht
i.v. na enkele min
i.m. na 45-60 min
duur ongeveer 12 uur
dexamethasonl 5mg/ml; 1ml ampul i.m. (of i.v.) volw: 5-10mg
kinderen: 0,15mg/kg lichaamsgewicht, max 4mg
na enige uren

Diagnostiek vooral op basis van de anamnese:

  • Duur van de klachten (pijn > 15 min past bij acuut coronair syndroom (ACS)).
  • Lokalisatie: pijn retrosternaal en/of in arm(en), schouder, hals of kaken, soms in de rug of in epigastrio (past bij ACS).
  • Vegetatieve verschijnselen zoals zweten, misselijkheid, braken, bleek of grauw zien (passen bij ACS).
  • Ischemische hart- en vaatziekten in de voorgeschiedenis, zeker als de pijn vergelijkbaar is met die van een eerder myocard infarct of van angina pectoris (past bij ACS).
  • Aard van de pijn: stekende pijn, pijn gelokaliseerd in een beperkt gebied, lokale drukpijn, pijn vastzittend aan de ademhaling en houdingsafhankelijke pijn maken ACS minder waarschijnlijk.

Het lichamelijk onderzoek is primair gericht op beoordeling van de klinische toestand en stabiliteit van de patiënt

Beleid

  • Indien een ACS waarschijnlijk is, bel dan direct een ambulance met U1-indicatie.
  • Verwijs naar een cardiologisch interventiecentrum waar primaire percutane coronaire interventie (PCI) kan plaatsvinden bij klachten die korter dan 12 uur bestaan i.c.m. afwijkingen passend bij een ST-elevatie-myocardinfarct op het ECG.

Dien bij aanwijzingen voor (dreigend) respiratoir falen zuurstof toe (indien beschikbaar). Zie Acuut respiratoir falen en zuurstofbehandeling.

Medicamenteuze behandeling (Zie voor doseringen en toedieningsvorm tabel 5).

  • Geef bij pijn (patiënt bij voorkeur in liggende houding) en afwezigheid van contra-indicaties voor nitraten, één nitroglycerinespray en herhaal dit bij aanhoudende pijnklachten iedere vijf minuten, tot een maximum van in to- taal drie doses.
  • Breng zo mogelijk een waaknaald in; spuit indien op dat moment geen medicatie wordt gegeven de waak- naald door met 2ml NaCl-0,9%-oplossing.
  • Geef bij pijn en onvoldoende reactie op nitraten, of als die gecontra-indiceerd zijn, zo nodig morfine (in 4-5 min toedienen); fentanyl (in 2 min toedienen) is een gelijkwaardig alternatief.
  • Geef patiënten die nog geen acetylsalicylzuur gebruiken (ook degenen die vitamine-K-antagonisten gebruiken) oraal acetylsalicylzuur.
  • Geef bij een bradycardie (hartfrequentie < 50 slagen per minuut) met hemodynamische gevolgen, zoals (neiging tot een) cardiogene shock, atropine intraveneus.

Tabel 5 Medicamenteuze behandeling acuut coronair syndroom

Geneesmiddel Dosering en contra-indicaties Werkingssnelheid, -duur
nitroglycerine spray 0,4mg/dosis 1 spray sublinguaal iedere 5 min maximaal 3 dosis
contra-indicatie: bloeddruk < 90 mmHg, gelijktijdig gebruik van fosfodiësterase-5-remmer (sildenafil, vardenafil, tadalafil)
binnen 1-3 min
duur: 30-60 min
morfine 10mg/ml; 1ml ampul i.v.: 5-10mg (0,1mg/kg), >65 jr: 2,5-5mg (0,05mg/kg) in 4-5 min i.v.: na 1-2 min
i.m./s.c.: na 15-30 min, duur 3-4 uur
fentanyl 50microg/ml; 2ml ampul i.v.: 50-100microg in 2 min (1microg/kg) na 2-3 min
duur: 0,5-1 uur
acetylsalicylzuur tablet 80mg eenmalig 160mg oraal
contra-indicatie: actief peptisch ulcus, overgevoeligheid voor salicylaten
atropine 0,5mg/ml; 1ml ampul 0,5mg langzaam i.v. bij bradycardie met hemodynamische gevolgen na 2-4 min

Diagnostiek Bij acuut hartfalen is sprake van een snel begin of snelle toename van klachten. Bevindingen die bij acuut hartfalen passen zijn:

  • (Half)zittende houding, angstige blik, reutelende/versnelde ademhaling, bleek/grauwe kleur, klamme koude huid.
  • Pols: meestal snel en zwak.
  • Bloeddruk: in ernstige situaties verlaagd.
  • Auscultatie van het hart: geruisen en een derde of vierde harttoon.
  • Auscultatie van de longen: tweezijdig basaal crepiteren en rhonchi. Vooral bij een acute exacerbatie van chronisch hartfalen kan ook demping en nauwelijks of geen ademgeruis basaal (passend bij pleuravocht) aanwezig zijn;
  • Centraalveneuze druk: verhoogd.

Beleid Dien bij aanwijzingen voor (dreigend) respiratoir falen zuurstof toe (indien beschikbaar). Zie Acuut respiratoir falen en zuurstofbehandeling.

Medicamenteuze behandeling (Zie voor doseringen en toedieningsvorm tabel 6).

  • Overweeg de patiënt bij het initiële (telefonische) contact alvast te adviseren een dosis nitroglycerine of isosorbidedinitraat te nemen (indien beschikbaar), ongeacht of er pijn op de borst is (weeg het risico op bloeddrukdaling door nitraatgebruik af tegen voordeel van snelle start van behandeling) en laat de patiënt rechtop zitten.
  • Breng zo mogelijk een waaknaald in; spuit de waaknaald door met 2ml NaCl 0,9%.
  • Geef bij dyspneu elke 3 minuten nitroglycerinespray sublinguaal tot de klachten voldoende verbeteren of de systolische bloeddruk daalt < 90mmHg.
  • Geef bij dyspneu door matige of ernstige vochtretentie of veneuze stuwing een lisdiureticum furosemide of bumetanide. De dosering is afhankelijk van de ernst van de vochtretentie.
  • Bij onrust, dyspneu, angst of pijn kan langzaam in 4 tot 5 min morfine i.v. worden gegeven, herhaal zo nodig na 10 tot 20 minuten.
  • Verwijs bij onvoldoende resultaat van de behandeling, ontoereikende zorg- mogelijkheden of een vermoeden van een myocardinfarct als oorzaak of andere (invasief) behandelbare oorzaak voor het acute hartfalen.

Tabel 6 Medicamenteuze behandeling acuut hartfalen

Geneesmiddel Dosering en contra-indicaties Werkingssnelheid, -duur
nitroglycerine spray 0,4mg/dosis 2-4 pufjes oromucosaal iedere 3 min tot de klachten voldoende verbeteren.
contra-indicatie: bloeddruk < 90mmHg, gelijktijdig gebruik van fosfodiësterase-5-remmer (sildenafil, vardenafil, tadalafil)
binnen 1-3 min
duur: 30-60 min
bumetanide 0,5mg/ml; 4ml ampul i.v.: 0,5-1mg, max 4mg na enkele min
duur 2-3 uur
furosemide 10mg/ml; 4ml ampul i.v.: 20-40mg, max 100mg na 5 min
duur: ongeveer 2 uur
morfine 10mg/ml; 1ml ampul i.v.: 2,5-5mg in 4-5 min, herhaal zo nodig na 10-20 min i.v.: na 1-2 min
duur 3-4 uur


Aandoeningen die zich met een agitatie kunnen presenteren zijn onder andere een (onttrekkings)delier, intoxicatie (alcohol, cocaïne, amfetamine of andere stimulantia), hypoglykemie, dementie of depressie, acute psychose (schizofrenie) en hersenletsel.

Diagnostiek
Tracht, met oog op de behandeling, onderscheid te maken tussen de volgende oorzaken:

  • Agitatie bij gebruik of onttrekking van (genees)middel of door onbekende oorzaak.
  • Agitatie bij hypoglykemie. Meet bij patiënten met diabetes mellitus altijd de glucose.
  • Agitatie door schedelletsel.
  • Delier: een stoornis in bewustzijn, aandacht en cognitie (denken, geheugen, taal, oriëntatie) die in uren tot dagen is ontstaan en waarvan de verschijnselen fluctueren over het etmaal, is zeer suspect voor een delier.
  • Acute psychose: wanen, hallucinaties, onsamenhangende spraak, gedesorganiseerd gedrag, onverzorgd uiterlijk, ‘negatieve symptomen’ (onder andere vervlakking van het affect, gedachten- of spraakarmoede) en katatonie (onbeweeglijkheid, mutisme, ongewone houding, overmatige activiteit).

Beleid
Medicamenteuze behandeling Zie voor doseringen en toedienings- vorm tabel 7.
Medicamenteuze behandeling heeft een plaats indien de patiënt ondanks de-escalerende technieken (aanvullend) onderzoek of behandeling weigert en hiermee zichzelf of zijn omgeving schade berokkent. Probeer indien mogelijk de patiënt in eerste instantie oraal met een benzodiazepine zoals lorazepam te behandelen. Overweeg parenterale sedatie indien orale sedatie van de patiënt niet mogelijk is.

  • Geef bij ernstige agitatie bij een (cocaïne)intoxicatie, alcoholonttrekkingsdelier of door onbekende oorzaak waarbij orale behandeling met een rustgevend benzodiazepine niet mogelijk is midazolam i.m.. Controleer na toediening regelmatig de ademhaling, de zuurstofsaturatie, de bloeddruk en de polsfrequentie.
  • Geef bij het vermoeden van een acute psychose of delier en hevige angst of onrust indien orale behandeling met een rustgevend benzodiazepine niet mogelijk is haloperidol. Geef geen haloperidol bij gelijktijdig cocaïnegebruik.
  • Voor de behandeling van hypoglykemie; zie Hypoglykemie.

Consultatie en verwijzing Gelet op het vaak complexe, multifactoriële en soms urgente karakter van het toestandsbeeld kan het aangewezen zijn voor diagnostiek en behandeling de internist, klinisch geriater of psychiater te consulteren. Verwijsindicaties zijn:

  • Een ernstig zieke patiënt.
  • Onvoldoende onderzoeks-, behandel- en verzorgingsmogelijkheden in de thuissituatie.
  • Onvoldoende effect van de ingestelde behandeling.

Tabel 7 Medicamenteuze behandeling ernstige agitatie

Geneesmiddel Dosering en contra-indicaties Werkingssnelheid, -duur
lorazepam tablet 2,5mg, 1mg oraal: volw: 1,25-2,5mg
kinderen: 0,5-1mg (0,02-0,1mg/kg lichaamsgewicht/dag in 2-3 doses)
midazolam
5mg/ml; 3ml ampul
1mg/ml; 5ml ampul
i.m.:
volw: 5-10mg (0,2mg/kg)
kinderen: 0,2mg/kg lichaamsgewicht max. 10mg
i.m.: binnen 2-3 min
haloperidol 5mg/ml; 1ml ampul i.m.: 2,5-5mg (ouderen 2,5mg)
contra-indicatie: ziekte van Parkinson, verlengd QT-interval
na 10-20 min
Aan bovenstaande kunnen geen rechten worden ontleend.

Bronnen

De bouwstenen in de leerlijn spoedeisende zorg

De leerlijnen

Categorie: De 10 huisartsgeneeskundige thema's
Kort Spoed Chron Ouderen Kind Psych ALK Pall Preventie Praktijk
Korte episode zorg
Spoedeisende zorg
Chronische zorg
Complexe ouderenzorg
Zorg voor het kind
Psychische klachten
ALK
Palliatieve zorg
Preventie
Praktijkmanagement
Categorie: Competentiegebieden
Medisch handelen Communicatie Maatsch. handelen Wetenschap Professionaliteit
Medisch handelen
Communicatie
Maatschappelijk handelen
Wetenschap
Professionaliteit
Categorie: Overige aandachtsgebieden
Diversiteit Seksualiteit Innovatie
Diversiteit
Seksualiteit
Innovatie