Geneesmiddelen en zuurstof in spoedsituaties
Leerlijn spoedeisende zorg | |
---|---|
Auteur | |
Stage | |
KBA | |
Competenties | |
Leerplek |
CONCEPT (IN ONTWIKKELING)
Inhoud
Relevantie
Spoedsituaties kunnen niet alleen voor de patiënt maar ook voor de arts spannend zijn. Een richtlijn voor de diagnostiek en behandeling in spoedsituaties kan dan een goede houvast bieden.
Doel
De Farmacotherapeutische richtlijn ‘Geneesmiddelen en zuurstof in spoedeisende situaties’ geeft richtlijnen voor het medicamenteuze beleid inclusief de toediening van zuurstof bij spoedeisende symptomen of aandoeningen. De richtlijn sluit aan bij de ABCDE-methodiek.
Gebruiksaanwijzing
Deze bouwsteen is gebaseerd op de richtlijn voor diagnostiek en behandeling in spoedsituaties en kan voor zelfstudie of naslagwerk worden gebruikt.
Onderwijsactiviteiten
Deze bouwsteen kan je helpen om een houvast te geven t.a.v. diagnostiek en behandeling tijdens spoedsituaties. Je kunt de bouwsteen zelfstandig, op een zelfgekozen tijdstip en in je eigen tempo doornemen. Ook zou je deze bouwsteen kunnen raadplegen als naslagwerk.
Overzicht: Geneesmiddelen en zuurstof in spoedeisende situaties
Aandoeningen of symptomen met een spoedeisend karakter en een specifiek medicamenteus beleid of indicatie voor zuurstofbehandeling.
Zie de richtlijn acute (ernstige) pijn van NHG.
Numeric rating scale (NRS): pijnschaal waarin de mate van pijn verbaal of schriftelijk op een schaal van 0 tot 10 wordt aangegeven.
Verbal rating scale (VRS): pijnschaal waarin de mate van pijn in bewoordingen wordt weergegeven, bijvoorbeeld als ‘geen’, ‘licht’, ‘matig’, ‘ernstig’.
Beleid Zie voor doseringen en toedieningsvorm [tabel 1].
Acute matige tot ernstige pijn
- Overweeg bij matige pijn tot ernstige pijn (NRS-score ≥ 4) de toediening van paracetamol oraal en combineer dit bij ernstige pijn met morfine (lange werkingsduur) of (offlabel) fentanyl (korte werkingsduur) intraveneus of subcutaan.
- Om de pijnbehandeling met fentanyl of morfine te kunnen titreren tijdens het vervoer naar het ziekenhuis of op de spoedeisende hulp, heeft intraveneuze toediening met een waaknaald de voorkeur.
Koliekpijn
- Geef bij galsteen- of niersteenkoliek diclofenac, bij voorkeur intramusculair.
- Geef bij onvoldoende effect of contra-indicatie voor diclofenac, morfine; subcutaan, intramusculair (of intraveneus).
- Verwijs bij koorts of peritoneale prikkeling, niet te beheersen pijn of kinderen jonger dan 12 jaar en zwangeren.
Tabel 1 Medicamenteuze behandeling acute pijn
Geneesmiddel | Dosering en contra-indicaties (indien relevant) | Werkingssnelheid, -duur |
---|---|---|
diclofenac 25mg/ml; 3ml ampul | i.m.: 75mg contra-indicatie: actief peptisch ulcus, overgevoeligheid voor salicylaten, eGFR <30ml/min, levercirrose, ernstig hartfalen |
i.m.: binnen 15-30 min duur: 3-4 uur |
morfine 10mg/ml; 1ml ampul | i.v.: in 5 min -volw.: 5-10mg (0,1mg/kg), >65 jr: 2,5-5mg (0,05mg/kg) -kinderen: 0,05-0,1mg/kg s.c. of i.m.: -volw.: 5-10mg, >65 jr: 2,5-5mg -kinderen: 0,1mg/kg/dosis (max 5mg per keer ) |
i.v.: max na 20 min duur: tot 7 uur i.m./s.c.: max na 60 min |
fentanyl 50microg/ml; 2ml ampul (facultatief) | i.v.: volw.: 1microg/kg (in 2 min) kinderen: nasaal 1-2 microg/kg/dosis (max 100 microg per gift), 8-14 jaar: 50mcg, >14 jaar: 100mcg |
na 2-3 min duur: 30-60 min |
Zie de richtlijn acute dystonie van NHG.
- Bij het gebruik van onder andere antipsychotica, anti-emetica, antivertigomiddelen en antidepressiva kan in zeldzame gevallen een acute dystonie optreden. De dystonie is herkenbaar aan scheefstand van het hoofd, dysartrie, slikstoornissen, kaakklem en dwangstand van de ogen.
Beleid Zie voor doseringen en toedieningsvorm [tabel 2].
Tabel 2 Medicamenteuze behandeling acute dystonie
Geneesmiddel | Dosering | Werkingssnelheid, -duur |
---|---|---|
Biperideen 5mg/ml, 1ml ampul (facultatief) | i.m. of i.v.: 2,5-5mg (in 2-3 min) herhaal, indien nodig na 30 min |
Zie de richtlijn acuut coronair syndroom van NHG.
Tabel 3 Medicamenteuze behandeling acuut coronair syndroom
Geneesmiddel | Dosering | Werkingssnelheid, -duur |
---|---|---|
nitroglycerine spray 0,4mg/dosis | 1 spray sublinguaal iedere 5 min maximaal 3 dosis contra-indicatie: bloeddruk < 90 mmHg, gelijktijdig gebruik van fosfodiësterase-5-remmer (avanafil, sildenafil, vardenafil, tadalafil) |
binnen 1-3 min duur: max 60 min |
morfine 10mg/ml; 1ml ampul | i.v.: in 4-5 min 5-10mg (0,1mg/kg), >65 jr: 2,5-5mg (0,05mg/kg) | i.v.: max na 20 min duur tot 7 uur |
fentanyl 50microg/ml; 2ml ampul | i.v.: 50-100microg in 2 min (1microg/kg) | na 2-3 min duur: 0,5-1 uur |
fentanyl neusspray 50 tot 100 microg/dosis (facultatief) | nasaal (eenmalige dosis neusspray): 50-100microg | na 12-21 min duur: 0,5-1 uur |
acetylsalicylzuur tablet 80mg | eenmalig 160-320mg oraal (in water opgelost) contra-indicatie: actief peptisch ulcus, overgevoeligheid voor salicylaten |
duur: 7-10 dagen |
atropine 0,5mg/ml; 1ml ampul | 0,5mg in 2-3 min i.v. bij bradycardie met hemodynamische gevolgen | na 2-4 min duur: 4 uur |
Zie ook de richtlijn acuut hartfalen van NHG.
Maak onderscheid tussen:
- Acuut hartfalen waarbij respiratoir falen als gevolg van vochtretentie in de longen op de voorgrond staat (meestal)
- Acuut hartfalen leidend tot cardiogene shock zonder vochtretentie [zie Shock].
Tabel 4 Medicamenteuze behandeling acuut hartfalen
Geneesmiddel | Dosering en contra-indicaties | Werkingssnelheid, -duur |
---|---|---|
nitroglycerine spray 0,4mg/dosis | 2-4 pufjes sublinguaal iedere 5 min tot de klachten voldoende verbeteren. contra-indicatie: bloeddruk < 90mmHg, gelijktijdig gebruik van fosfodiësterase-5-remmer (avanafil, sildenafil, vardenafil, tadalafil) |
binnen 1-3 min duur: tot 60 min |
bumetanide 0,5mg/ml; 4ml ampul | i.v.: 1mg, max 4mg doseer hoger bij eGFR < 30 ml/min |
na enkele min duur: ongeveer 2 uur |
furosemide 10mg/ml; 4ml ampul | i.v.: 40mg in 2-3min doseer hoger bij eGFR < 30 ml/min |
na enkele min duur: ongeveer 2 uur |
morfine 10mg/ml; 1ml ampul uitsluitend bij persisterend hevige onrust, dyspneu, angst of pijn op de borst |
i.v.: 2,5-5mg in 4-5 min, herhaal zo nodig na 10-20 min contra-indicatie: ernstige COPD |
max na 20 min duur: tot 7 uur |
Zie de richtlijn acuut respiratoir falen van NHG.
Tabel 5 Normaalwaarden adem- en hartfrequentie
Leeftijd in jaren | Ademfrequentie per minuut | Hartslagfrequentie per minuut |
---|---|---|
<1 | 30-40 | 110-160 |
1-2 | 25-35 | 100-150 |
2-5 | 25-30 | 95-140 |
5-12 | 20-25 | 80-120 |
>12 | 15-20 | 60-100 |
Zie de richtlijn ernstige agitatie van NHG.
Aandoeningen die zich met een agitatie kunnen presenteren zijn onder andere een (onttrekkings)delier, intoxicatie (alcohol, cocaïne, amfetamine of andere stimulantia), hypoglykemie, dementie of depressie, acute psychose (schizofrenie) en hersenletsel.
Tabel 6 Medicamenteuze behandeling ernstige agitatie
Geneesmiddel | Dosering | Werkingssnelheid, -duur |
---|---|---|
lorazepam tablet 1mg/ 2,5mg | oraal: volw: 1-2mg of 1,25-2,5mg kind >12 jaar: 0,5-1mg (0,02-0,1mg/kg/dag in 2-3 doses) |
duur: 6-8 uur |
midazolam 5mg/ml; 3ml ampul 1mg/ml; 5ml ampul |
i.m.: -volw: 5-10mg -kind >12 jaar: 0,1mg/kg max. 5mg nasaal: -volw: 10mg (5mg in elk neusgat) -kind >12 jaar: 0,1mg/kg per keer (max 5mg per keer) |
i.m. en nasaal: binnen 2-3 min duur: 1-2 uur |
haloperidol 5mg/ml; 1ml ampul | i.m.: 2,5-5mg (ouderen 2,5mg) contra-indicatie: ziekte van Parkinson, verlengd QT-interval |
na 10-20 min |
Zie de richtlijn anafylaxie van NHG.
Tabel 4 Medicamenteuze behandeling anafylaxie
Geneesmiddel | Dosering | Werkingssnelheid, -duur |
---|---|---|
adrenaline 1mg/ml; 1ml ampul | volw. en kind ≥12 jaar: i.m. 0,5mg (0,5ml) herhaal zn na 5-15 min kinderen <12 jaar: i.m. 0,01mg/kg, maximaal 0,5mg of geef bij 0-6jr: 0,15mg (0,15ml), 6-12jr: 0,3mg (0,3ml) herhaal zn na 5-15 min |
na 3-5 min |
salbutamol | zie dosering bij longaanval astma/COPD | |
clemastine 1mg/ml; 2ml ampul | volw: 2mg i.m. of (langzaam) i.v. kinderen: i.m. of i.v. > 1mnd: 25-50microg/kg, max 2mg |
i.v. na enkele min i.m. na 45-60 min duur ongeveer 12 uur |
dexamethason 4mg/ml; 1ml ampul | i.m. (of i.v.) volw: 4-8mg kinderen: 0,15mg/kg, max 4mg |
na enige uren |
Zie de richtlijn clusterhoofdpijn van NHG.
Zie de richtlijn epileptisch insult/status epilepticus van NHG.
Zie ook NHG-Standaard Kinderen met koorts
Koortsconvulsie: een tonisch-clonisch insult met bewustzijnsdaling dat maximaal 15 minuten duurt en wordt gevolgd door een postictale fase die maximaal zestig minuten duurt. De meeste koortsconvulsies treden op bij kinderen zonder neurologische voorgeschiedenis, in de leeftijd van 6 maanden tot 5 jaar tijdens een periode van koorts.
(Dreigende) status epilepticus: een gegeneraliseerde convulsie die langer duurt dan 5 tot 10 minuten.
Status epilepticus: een gegeneraliseerde convulsie die langer dan 10 minuten duurt of bij 2 of meer kleinere insulten waartussen het bewustzijn niet volledig herstelt.
Diagnostiek
Een typisch epileptisch insult of koortsconvulsie begint als een tonisch-clonisch insult met bewustzijnsdaling. De ictale fase van een insult duurt meestal vijf minuten en wordt gevolgd door een postictale fase die maximaal zestig minuten duurt.
Na een koortsconvulsie moet naar een focus van de koorts worden gezocht, in het bijzonder naar verschijnselen van een meningitis. Deze symptomen zijn in de postictale fase moeilijk te vinden en ontbreken vaak bij kinderen jonger dan één jaar. Beoordeel het kind in dit geval op een later moment op dezelfde dag nogmaals.
Beleid
Zie voor doseringen en toedieningsvorm [tabel 9].
Voor de behandeling van een (dreigende) status epilepticus of een koortsconvulsie is diazepam de eerste keus. Indien toediening bij een epileptisch insult niet mogelijk of succesvol is, kan voor midazolam i.m. of op het wangslijmvlies worden gekozen. Midazolam is niet voor de indicatie epilepsie geregistreerd.
Epileptisch insult
Meestal zal een epileptisch insult binnen vijf minuten spontaan eindigen. Bij insulten die langer duren, dient medicamenteuze behandeling te worden gestart ter voorkoming van een status epilepticus.
- Geef diazepam rectaal, zo nodig na tien minuten herhalen bij onvoldoende effect. Indien geen rectiole beschikbaar is, kan diazepam uit een ampul met een spuitje rectaal worden toegediend.
- Geef, als het insult voortduurt of rectale toediening niet mogelijk is, midazolam intramusculair of op het wangslijmvlies. Een alternatief is diazepam langzaam intraveneus (indien mogelijk). Wees erop bedacht dat midazolam en diazepam ademhalingsdepressie kunnen veroorzaken.
- Het hierboven beschreven beleid is ook van toepassing bij patiënten bij wie een insult ontstaat door alcoholonttrekking en bij een epileptisch insult tijdens de zwangerschap.
- Consulteer na coupering van het insult de neuroloog voor het verdere beleid.
- Verwijs met spoed indien het insult ondanks behandeling aanhoudt (status epilepticus).
Koortsconvulsie
- Geef als de convulsie bij aankomst nog niet voorbij is diazepam rectaal door middel van een rectiole of een injectiespuit zonder naald.
- Herhaal dezelfde dosis na tien minuten als de convulsie aanhoudt.
- Kort na gebruik van diazepam kan het kind niet goed beoordeeld worden. Beoordeel het kind in deze gevallen op een later moment op dezelfde dag nogmaals.
- Indien het kind na vijftien minuten nog trekkingen vertoont, is een spoedopname aangewezen.
- Verwijzing is ook geïndiceerd bij: - een convulsie bij een kind met koorts <6 maanden, – een recidief convulsie in dezelfde koortsperiode, – een convulsie die >15 minuten duurt, – een convulsie met focale kenmerken,tekenen van meningitis: meningeale prikkelingsverschijnselen, petechiën en/of verlaagd bewustzijn.
Overweeg indien beschikbaar, 10 tot 15 liter zuurstof/min (kinderen 10 liter zuurstof/min) toe te dienen bij aan- wijzingen voor respiratoir falen tijdens een tonisch-clonisch insult. Zie Acuut respiratoir falen en zuurstofbehandeling.
Tabel 9 Medicamenteuze behandeling epileptisch insult/koortsconvulsie/status epilepticus
Geneesmiddel | Dosering | Werkingssnelheid, -duur |
---|---|---|
diazepam rectiole 5 en 10mg | volw.: 10-20mg kinderen: <1 jr: 0,5mg/kg lichaamsgewicht (max 5mg), 1-3 jr: 5mg, >3 jr: 10mg, zo nodig na 10 min herhalen. |
rectaal: na 5-10 min duur: 20-30min |
diazepam 5mg/ml; 2ml ampul (geen emulsie) | i.v.: (0,15-0,25mg/kg) volw.: 10mg kinderen: <5 jr: 0,25mg/kg lichaamsgewicht, 5-10 jr: 5mg |
i.v.: na 1 min duur: 10-20 min |
midazolam 5mg/ml; 3ml ampul midazolam 1mg/ml; 5ml ampul |
i.m. of oromucosaal (ampul injectievloeistof gebruiken) volw.: 5-10mg kinderen: 0,2mg/kg lichaamsgewicht max 10mg |
i.m.: binnen 2-3 min |
Zie de richtlijn hypoglykemie van NHG.
Zie ook NHG-Standaard Diabetes mellitus type2
Diagnostiek
Stel de diagnose hypoglykemie bij een bloedglucosewaarde < 3,5 mmol/l, met de daarbij passende klachten of symptomen zoals zweten, hartkloppingen, gapen, rusteloosheid, agitatie of verminderd bewustzijn.
Beleid
- Geef indien mogelijk een koolhydraatrijke drank met ten minste 30 g suiker.
- Geef indien orale inname van glucose niet mogelijk is een glucoseoplossing intraveneus of geef glucagon subcutaan of intramusculair indien toediening van glucose door onrust van de patiënt moeilijkheden oplevert (zie dosering [tabel 8]).
- Laat de patiënt na voldoende herstel van het bewustzijn (binnen 2 tot 3 minuten na glucosetoediening, binnen 15 minuten na glucagoninjectie) alsnog koolhydraatrijke voeding tot zich nemen (bijvoorbeeld een boterham met jam).
- Herhaal de toediening van een glucoseoplossing indien het bewustzijn onvoldoende hersteld om koolhydraatrijke voeding in te nemen.
- Ga de oorzaak van hypoglykemie na.
Bij behandeling van diabetes mellitus met langwerkende insuline of sulfonylureumderivaten, zoals glibenclamide, is de huisarts erop bedacht dat de hypoglykemie binnen enkele uren kan recidiveren.
Tabel 8 Medicamenteuze behandeling hypoglykemie
Geneesmiddel | Dosering | Werkingssnelheid, -duur |
---|---|---|
glucoseoplossing 40-50% 10ml ampul (4-5g/10ml) |
i.v.: 20-40ml van een 50%-glucoseoplossing | binnen 1-2 min |
glucagonpoeder 1mg en solvent 1ml | i.m./s.c.: 1mg glucagon kinderen: <25kg, <8jr: 0,5mg |
binnen 15 min |
Zie de richtlijn koortsconvulsie van NHG.
Zie de richtlijn opioidintoxicatie van NHG.
Diagnostiek
Stel bij het vermoeden van een overdosis opiaten aan de patiënt of andere aanwezigen de volgende vragen:
- Welk(e) middel(en) is (zijn) ingenomen?
- Welke hoeveelheid en wanneer is het ingenomen?
- Was het verpakt en hoeveel is eruit, wat was de sterkte of concentratie?
- Wat is het gewicht van de patiënt?
Een opiaatintoxicatie wordt gekenmerkt door ademhalingsdepressie (afname van de ademhalingsprikkel, alveolaire ventilatie en zuurstofsaturatie), verminderd bewustzijn, miosis, bradycardie en hypotensie.
Beleid
Bel direct een ambulance met U1-indicatie bij bewusteloosheid en aanwijzingen voor respiratoir falen.
Informatie over risico’s en het beleid bij een opiaat intoxicatie kan men inwinnen bij het Nationaal Vergiftigingen informatiecentrum, tel: 030-2748888. Overweeg medicamenteuze behandeling.
Dien bij aanwijzingen voor (dreigend) respiratoir falen zuurstof toe (indien beschikbaar). Zie Acuut respiratoir falen en zuurstofbehandeling.
Medicamenteuze behandeling
Zie voor doseringen en toedieningsvorm [tabel 10].
- Geef naloxon i.v. (langzaam toedienen) of i.m. bij ademhalingsdepressie of verminderd bewustzijn al dan niet in combinatie met bradycardie en hypotensie.
- Herhaal de toediening driemaal op geleide van het herstel van de ademhaling (streefwaarde ademfrequentie > 10 per minuut, kinderen: zie normaalwaarden [tabel 1]) iedere 2 tot 3 minuten. Omdat de meeste opioïden (zoals methadon) een langere werkingsduur hebben, is herhaalde toediening van naloxon nodig om terugkeer van de intoxicatieverschijnselen te voorkomen.
- De werking treedt snel in en houdt, afhankelijk van de dosis, meestal één tot vier uur aan.
- Bij een patiënt die chronisch opiaten gebruikt, kan naloxon onmiddellijk in aansluiting aan intraveneuze toedie- ning leiden tot acute ontwenningsverschijnselen (onrust, braken, hypertensie, tremoren, tachycardie, hevig transpireren). Wegens het risico op braken is aandacht voor het vrijhouden van de ademhalingsweg dan ook gewenst. Verwijs met spoed als naloxon geen of onvoldoende effect heeft, ook na verbetering van het klinische beeld blijft controle en observatie van de patiënt noodzakelijk en is verwijzing aangewezen.
Tabel 10 Medicamenteuze behandeling bij opiaatintoxicatie
Geneesmiddel | Dosering | Werkingssnelheid, -duur |
---|---|---|
naloxon 0,4mg/ml; 1ml ampul | i.v.: 0,4mg (langzaam toedienen) op geleide van ademhaling herhalen eventueel 0,4mg i.m. (effect treeft iets later in dan na i.v. toediening) kinderen: 0,01mg/kg lichaamsgewicht i.m. eventueel na 3min herhalen |
na 1-2min duur: 1-4 uur |
Zie de richtlijn pseudokroep van NHG.
Tabel 2 Medicamenteuze behandeling van pseudokroep
Geneesmiddel | Dosering | Werkingssnelheid, -duur |
---|---|---|
dexamethason ampul 4mg/ml; 1ml | oraal: 0,15-0,6 mg/kg (maximaal 15 mg per gift), bijvoorbeeld bij 10 kg 0,5 ml injectievloeistof oraal. i.m. >6 mnd: 0,15mg/kg (max 4mg per gift), bijvoorbeeld bij 10kg 0,3ml |
na ongeveer een half uur |
dexamethason drank 1mg/ml (als dinatriumfosfaat) LNA | oraal: 0,15-0,6mg/kg (max 15mg per gift), bijvoorbeeld bij 10kg 4ml | na ongeveer een half uur |
budesonide vernevelvloeistof 0,5mg/ml; 2ml | >1 maand: 2mg (2 ampullen van 2ml) per vernevelaar | na ongeveer een half uur |
Zie ook de NHG-Standaard Astma bij volwassenen, NHG-Standaard Astma bij kinderen en de NHG-Standaard COPD
Diagnostiek criteria voor acute ernstige exacerbatie zijn:
- (Een toename van de) dyspneu in rust, moeite met uitspreken van een hele zin, niet plat kunnen liggen.
- Hoge ademfrequentie (bij zeer ernstige dyspneu neemt ademfrequentie weer af): volwassenen > 30/min, normaalwaarden kinderen, zie [tabel 1].
- Versnelde hartslag > 120/min, normaalwaarden kinderen, zie [tabel 1].
- Gebruik van hulpademhalingsspieren, let bij kinderen ook op intrekkingen intercostaal en neusvleugelen.
- Ongelijkmatig inspiratoir ademgeruis (verminderd of afwezig ademgeruis bij zeer ernstige dyspneu).
- Centrale cyanose (treedt pas op bij lage zuurstofsaturatie; saturatie < 80% (donkere huidskleur < 70%)).
Beleid
Dien (indien beschikbaar) bij aanwijzingen voor (dreigend) respiratoir falen zuurstof toe (zie acuut respiratoir falen).
Medicamenteuze behandeling bij volwassenen (zie voor doseringen en toedieningsvorm [tabel 3]).
- Geef een kortwerkend bèta-2-sympathicomimeticum via een voorzetkamer, eventueel i.m. per injectie en wacht het effect (ter plaatse) af.
- Herhaal de inhalaties na enkele minuten, geef bij onvoldoende verbetering (persisterende tachypneu en gebruik hulpademhalingsspieren, lage zuurstofsaturatie, verlaagd bewustzijn) aanvullend ipratropium via een voorzetkamer.
- Indien de bronchusverwijders per vernevelaar worden toegediend kunnen salbutamol en ipratropium eventueel gelijktijdig worden toegediend.
- Geef bij verbetering oraal prednisolon gedurende 7 tot 14 dagen en instructies voor het gebruik van bronchusverwijders gedurende de komende 24 uur (bijvoorbeeld een dubbele dosis of inhalatie via een inhalatiekamer).
Consultatie/verwijzing: verwijs een patiënt met een ernstige exacerbatie als:
- Er binnen een half uur geen verbetering optreedt.
- Er thuis onvoldoende zorgmogelijkheden zijn.
- Bij eerdere exacerbaties een ziekenhuisopname noodzakelijk was.
- Uitputting leidt tot een afname van de ademfrequentie, verminderd bewustzijn en ‘rustiger’ worden van de patiënt (spoedopname geïndiceerd).
Bij de inschatting of thuisbehandeling (van een patiënt met COPD) mogelijk is, houdt de huisarts rekening met risicofactoren voor een ernstig beloop (leeftijd ≥ 65 jaar, ademhalingsfrequentie ≥ 30/min, systolische bloeddruk < 90mmHg, desoriëntatie, nierfunctiestoornis).
Medicamenteuze behandeling bij kinderen
- Geef een kortwerkend bèta-2-sympathicomimeticum via een voorzetkamer. Herhaal de inhalaties na 15 minuten. Wacht het effect van de medicatie ter plaatse af (binnen half uur te verwachten).
- Geef bij verbetering een prednisolonkuur: tablet, bij zuigelingen en peuters drank.
- Geef instructies voor het gebruik van bronchusverwijders gedurende de eerstvolgende 24 uur (bijvoorbeeld inhalatie elke 3 uur via een inhalatiekamer).
Consultatie/verwijzing. Verwijs met spoed bij:
- Alarmsymptomen (uitputting, cyanose, bewustzijnsdaling).
- Onvoldoende verbetering binnen een half uur (onder andere persisterende tachypneu en gebruik hulpademhalingsspieren, verlaagde zuurstofsaturatie) ondanks adequate behandeling.
- Onvoldoende zorgmogelijkheden.
- Ziekenhuisopname wegens astma of een zeer ernstig verlopen exacerbatie in de voorafgaande twaalf maanden.
Tabel 3 Medicamenteuze behandeling van exacerbatie astma/COPD
Geneesmiddel | Dosering | Werkingssnelheid, -duur |
---|---|---|
salbutamol dosis aerosol 100microg/dosis |
volw: 4-10 puffs (100 microg dosisaerosol per keer in inhalatiekamer verstuiven, 5 maal inademen) kinderen: 4-8 puffs (100-200 microg per keer in inhalatiekamer verstuiven, 5 maal inademen) |
inhalatie: binnen enkele min, duur: 4 uur |
salbutamol inhalatievloeistof 1mg/ml; 2,5ml flacon, 2mg/ml; 2,5ml flacon |
vernevelen: volw: 2,5-5mg, kinderen: <4 jaar: 2,5mg |
|
salbutamol injectievloeistof 0,5mg/ml; 1ml ampul |
i.m.: volw: 0,5mg per injectie |
|
ipratropiumbromide dosis aerosol 20microg/dosis |
2-4 puffs (20microg dosis aerosol per keer in inhalatiekamer) | inhalatie: binnen 15-30 min, duur: 3-8 uur |
ipratropiumbromide inhalatievloeistof 250microg/ml; 2ml flacon |
vernevelen: 500microg, kinderen <4 jaar 250microg |
vernevelen: na 15-30 min, duur: 4-8 uur |
prednisolon tablet 30 mg drank (5mg/ml) |
volw: 1dd 30mg gedurende 7 tot 14 dagen kinderen: 1-2mg/kg lichaamsgewicht (max 40/dag) gedurende 5 dagen |
(Auto)intoxicatie
Indien bij een (auto)intoxicatie op basis van de ingenomen dosis van (genees)middelen systemische vergiftigingsverschijnselen verwacht worden, de ingenomen stoffen binden aan geactiveerde kool en de ingestie maximaal een uur geleden heeft plaatsgevonden, kan eenmalig toediening van geactiveerde kool in poedervorm overwogen worden. Voor overleg over de indicatie voor toediening kan het vergiftigingscentrum worden geraadpleegd (tel: 030-2748888).
- Actieve kool: dosering: volwassenen 50 g, kinderen 1g/kg lichaamsgewicht. Poeder in water suspenderen en laten opdrinken of zo nodig per maagsonde toedienen.
Acute dystonie
Bij het gebruik van onder andere antipsychotica, anti-emetica, antivertigomiddelen en antidepressiva kan in zeldzame gevallen een acute dystonie optreden. De dystonie is herkenbaar aan scheefstand van het hoofd, dysartrie, slikstoornissen, kaakklem en dwangstand van de ogen. Deze toestand kan zeer beangstigend en levensbedreigend zijn.
- Biperideen 2,5-5mg intramusculair of (langzaam) intraveneus, indien nodig na 30 minuten herhalen.
Fluxus post partum
De medicamenteuze behandeling van fluxus post partum (meer dan 1000 ml/24 uur), wat meestal wordt veroor- zaakt door uterusatonie, bestaat uit toediening van oxytocine intramusculair of intraveneus.
- Oxytocine: dosering: 5 IE oxytocine intramusculair, zo nodig herhalen, of 5 IE oxytocine intraveneus via druppelinfuus: 5 IE toevoegen aan 500 ml (0,9 NaCl of 5% glucose) infusievloeistof.
Clusterhoofdpijn
De aanvalsbehandeling van clusterhoofdpijn bestaat uit zuurstof of sumatriptan. In verband met de beperkte ervaring met de diagnostiek en behandeling van clusterhoofdpijn is het raadzaam de neuroloog te consulteren voor het verder beleid (zoals advies over de aanvalsbehandeling).
- Sumatriptan: 6mg subcutaan.
- Zuurstof: 12 liter/min gedurende 15 minuten (indien beschikbaar).
Bronnen
- Fraanje WL, Giesen PHJ, Knobbe K, Van Putten AM, Draijer LW. Farmacotherapeutische richtlijn Geneesmiddelen en zuurstof in spoedeisende situaties. Huisarts Wet 2012;55(5):210-20.
- NHG-Standaard Acuut hoesten
- NHG standaard Astma bij volwassenen
- NHG-Standaard Astma bij kinderen
- NHG-Standaard COPD
- NHG-Standaard Acuut coronair syndroom
- NHG-Standaard Hartfalen
- NHG-Standaard Diabetes mellitus type2
- NHG-Standaard Kinderen met koorts
- Nationaal Vergiftigingen informatiecentrum
De bouwstenen in de leerlijn spoedeisende zorg
De leerlijnen
Categorie: De 10 huisartsgeneeskundige thema's
Kort | Spoed | Chron | Ouderen | Kind | Psych | ALK | Pall | Preventie | Praktijk |
Korte episode zorg |
Spoedeisende zorg |
Chronische zorg |
Complexe ouderenzorg |
Zorg voor het kind |
Psychische klachten |
ALK |
Palliatieve zorg |
Preventie |
Praktijkmanagement |
Categorie: Competentiegebieden
Medisch handelen | Comm |
Maatsch. handelen | Weten |
Profess |
Medisch handelen |
Communicatie |
Maatschappelijk handelen |
Wetenschap |
Professionaliteit |
Categorie: Overige aandachtsgebieden
Diversiteit | Seksuali |
Innovatie |
Diversiteit |
Seksualiteit |
Innovatie |